2.1[eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
primair
a. te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twaalf
maanden zoals die tot 1 augustus 2016 tussen partijen heeft bestaan, aansluitend op
1 augustus 2016 is opgevolgd door een nieuwe tussen partijen aangegane
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 12 maanden;
b. Avans te veroordelen om [eiser] toe te laten tot het verrichten van de bedongen
arbeid alsmede tot voldoening van de verplichtingen voortvloeiende uit deze
voortgezette arbeidsovereenkomst – waaronder begrepen het voldoen van het loon cum annexis – een en ander vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en wettelijke rente; op basis hiervan wordt tevens gevorderd dat Avans wordt veroordeeld om te voldoen aan [eiser] aan loonrecht cum annexis over de periode 1 augustus 2016 tot 1 augustus 2017 een bedrag ad € 39.553,08 bruto vermeerderd met de daarover verschuldigde – niet gematigde – wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW voor zover dit verschuldigde loonbedrag op het moment van voldoening naar de norm van artikel 7:625 BW tardief is voldaan. Daarnaast wordt de kantonrechter verzocht Avans te veroordelen om het werkgeversaandeel pensioenpremie zoals door Avans verschuldigd is – alsmede het op het loon in te houden werknemersaandeel – af te dragen aan ABP ten behoeve van de pensioenopbouw van [eiser] en indien en voor zover die afdracht technisch niet meer vruchtbaar kan geschieden, Avans te veroordelen om het werkgeversaandeel in deze premie, welke op jaarbasis uitkomt op (circa): € 4.400,00, aan [eiser] uit te betalen op een fiscaal toelaatbare wijze als door [eiser] aan te geven;
c. voor het geval Avans de onder a. bedoelde verlengde arbeidsovereenkomst niet uit
zichzelf mocht voortzetten per 1 augustus 2017, wordt, op basis van het primaire
uitgangspunt dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de
periode 1 augustus 2016/2017, primair verzocht Avans te veroordelen om [eiser]
een arbeidsovereenkomst aan te bieden die aansluitend aan de thans lopende
arbeidsovereenkomst, een ingangsdatum kent per 1 augustus 2017, zulks waar de
omstandigheden van het geval met zich brengen dat op basis van de op haar
rustende verplichtingen ex artikel 7:611 BW Avans gehouden is om aan [eiser]
deze overeenkomst aan te bieden;
d. voor zover deze voorwaardelijke vordering niet voor toewijzing vatbaar is, wordt – eveneens voorwaardelijk, onder dezelfde voorwaarde en hetzelfde primaire
uitgangspunt – subsidiair verzocht om afgifte van een verklaring voor recht dat het
niet aangaan van een nieuw dienstverband per 1 augustus 2017 zich kwalificeert
als een handelen in strijd met goed werkgeverschap en/of onrechtmatige daad van
Avans jegens [eiser] en met veroordeling van Avans om de daaruit voor [eiser]
voortvloeiende schade die is opgekomen en nog gaat opkomen te vergoeden; deze
schade die ziet op de vervolgschade door het niet voortzetten van het
dienstverband vanaf 1 augustus 2017 wordt geschat op 3 jaarlonen cum annexis,
afgerond uitkomend op € 120.000,00 te vermeerderen met het misgelopen
werkgeversaandeel pensioenpremie welk deel wordt begroot op 3 x 4.400,00 = € 13.200; de kantonrechter wordt op de hier geduide subsidiaire grondslag verzocht Avans te veroordelen tot betaling van deze bedragen aan [eiser] . Volledigheidshalve zij er op gewezen dat de vorderingen a. t/m d. zien op de situatie
dat partijen worden geacht voor het schooijaar 2016/17 een arbeidsovereenkomst
te zijn aangegaan en vormen tezamen de primaire vordering waarbij het onder d.
gestelde een subsidiaire variant vormt indien het onder c. gestelde niet voor
toewijzing vatbaar is;
subsidiair/meer subsidiair/uiterst subsidiair(indien de vorderingen onder a t/m d niet worden gehonoreerd doordat het primaire uitgangspunt dat er reeds een nieuw dienstverband per 1 augustus 2016 was aangegaan, niet in rechte komt vast te staan)
e. subsidiair: te verklaren voor recht dat het niet aangaan van een nieuw dienstverband per 1 augustus 2016, zich als onrechtmatig nalaten van Avans laat kwalificeren en op grond waarvan [eiser] recht heeft op de vergoeding van de schade die daarvan het gevolg is; Avans op grond van dit onrechtmatig handelen te veroordelen tot een vergoeding van de schade, welke schade valt te begroten op 4 jaren loonrecht, afgerond uitkomend op € 160.000,00 te vermeerderen met het misgelopen werkgeversaandeel pensioenpremie welk deel wordt begroot op 4 x 4.400,00 = € 17.600,00; de kantonrechter wordt op de hier geduide subsidiaire grondslag
verzocht Avans te veroordelen tot betaling van deze bedragen aan [eiser] ;
f. meer subsidiair: te verklaren voor recht dat de onvoldoende beoordeling van het
functioneren van [eiser] door de directie van Avans zich kwalificeert als onrechtmatige daad van Avans jegens [eiser] althans de daaruit door Avans getrokken consequentie om geen nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan zich als
onrechtmatig kwalificeert en welke beoordeling de enige oorzaak vormt waarom die verlenging niet heeft plaatsgevonden en dat deswege de daaruit voortvloeiende schade gelijk is aan de schade die het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft; Avans op grond van dit onrechtmatig handelen te veroordelen tot
een vergoeding van de schade, welke schade valt te begroten op 4 jaren loonrecht, afgerond uitkomend op € 160.000,00 te vermeerderen met het misgelopen werkgeversaandeel pensioenpremie welk deel wordt begroot op 4 x 4.400,00 = € 17.600,00; de kantonrechter wordt op de hier geduide subsidiaire grondslag verzocht Avans te veroordelen tot betaling van deze bedragen aan [eiser] ;
g. uiterst subsidiair te verklaren voor recht dat (het College van Bestuur van) Avans
jegens [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld door – na kennis te hebben genomen
van het oordeel van de commissie van bezwaar tegen die “onvoldoende beoordeling van [eiser] ’ functioneren”, niet alsnog te besluiten dat [eiser] ten onrechte zijn arbeidsovereenkomst niet verlengd heeft gezien en daaraan de consequentie heeft verbonden dat [eiser] alsnog in aanmerking kwam voor een verlengd dienstverband; Avans op grond van dit onrechtmatig handelen te veroordelen tot een vergoeding van de schade, welke schade valt te begroten op 4 jaren loonrecht, afgerond uitkomend op € 160.000,00 te vermeerderen met het misgelopen werkgeversaandeel pensioenpremie welk deel wordt begroot op 4 x 4.400,00 = € 17.600,00; de kantonrechter wordt op de hier geduide subsidiaire grondslag
verzocht Avans te veroordelen tot betaling van deze bedragen aan [eiser] ;
zowel primair t/m meer subsidiair
h. indien en voor zover dit een voor [eiser] positieve invloed mocht hebben op de
inhoud van dit vonnis, vraagt [eiser] de kantonrechter om voor recht te verklaren dat het Protocol Gesprekkencyclus zoals dit door Avans wordt gehanteerd, strijdig is met het in de cao bepaalde onder hoofdstuk N waar de cao voorschrijft dat onafhankelijkheid van de (volledige) beroepsgang gewaarborgd dient te zijn en dat met dit uitgangspunt niet valt te rijmen dat het protocol Gesprekkencyclus het eindoordeel overlaat aan het College van Bestuur van Avans en waarmee dit protocol op dit onderdeel als nietig valt te beschouwen;
i. tevens met veroordeling van Avans in de werkelijk gemaakte rechtsbijstandskosten gevallen op dit dossier waar deze kosten noodzakelijk door [eiser] waren te maken teneinde zijn rechten in deze gerealiseerd te krijgen en waarmee deze kosten behoren tot de schade geleden door de niet door de beugel kunnende handelen c.q. nalaten van Avans. Deze kosten worden – rekening houdende met nog 15 uren te verrichten tijdsbesteding – gesteld op 71 x € 265,00 + 6% kantoorkostentoeslag + btw = € 23.792,00 te vermeerderen met explootkosten en griffierecht en andere eventueel op de procedure vallende kosten;
j. tevens Avans op vorenstaande gronden te veroordelen om aan werknemer te voldoen: de wettelijke rente over de toe te kennen bedragen als hiervoor gevorderd, zulks gerekend vanaf de respectievelijke vervaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
k. tevens – indien de vordering tot veroordeling in de werkelijke rechtsbijstandskosten gevallen op dit dossier niet wordt gehonoreerd – met veroordeling van Avans in de buitengerechtelijke kosten dewelke worden begroot op 28 uur â € 265,00 + 6% kantoorkostentoeslag + BTW = € 9.517,00 tevens met een veroordeling van Avans in de proceskosten.