ECLI:NL:RBZWB:2018:7163
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen door Baanbrekers
In deze zaak hebben eisers, die een zorgboerderij runnen, beroep ingesteld tegen een besluit van 18 juni 2018 van het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Dit besluit betreft hun aanvraag voor bedrijfskapitaal en een uitkering voor levensonderhoud op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 november 2018 in Breda, waar eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. C.J. van der Have, aanwezig was. Namens Baanbrekers was drs. B.E.C. Bertens aanwezig.
Eisers hebben in november 2017 een aanvraag ingediend, maar hebben niet alle gevraagde stukken tijdig ingeleverd. Baanbrekers heeft de aanvraag in eerste instantie niet verder behandeld en later het bezwaar gegrond verklaard, maar de aanvraag afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het aan de aanvrager is om aannemelijk te maken dat voldaan wordt aan de voorwaarden voor bijstandsverlening. Dit houdt in dat de aanvrager voldoende gegevens moet aanleveren over de levensvatbaarheid van het bedrijf, waaronder informatie over inkomen, vermogen, kosten en winst.
De rechtbank concludeert dat eisers onvoldoende gegevens hebben verstrekt over de jaren 2016 en 2017, waardoor Baanbrekers terecht heeft geweigerd de bijstandsaanvraag in te willigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 december 2018.