Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2015, alsook tegen de bijbehorende boete en de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur de bezwaren van de belanghebbende niet-ontvankelijk had verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift was geëindigd op 29 november 2017, terwijl het bezwaarschrift pas op 15 januari 2018 was ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht de bezwaren niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank de ambtshalve beslissingen van de inspecteur beoordeeld. De inspecteur had geconcludeerd dat er aanleiding was om de aanslagen ambtshalve te verminderen. De rechtbank heeft overwogen dat de bewijslast niet volledig op de inspecteur rustte, maar dat het ging om de vraag of aannemelijk was dat de aanslag te hoog was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende onvoldoende onderbouwde stellingen had gepresenteerd om aan te tonen dat zijn inkomen te hoog was vastgesteld. De rechtbank heeft uiteindelijk de aanslagen IB/PVV en Zvw verminderd tot een belastbaar inkomen van € 12.000, en de verzuimboete vernietigd. Tevens is het griffierecht aan de belanghebbende vergoed.
De uitspraak benadrukt de rol van de bewijslast in belastingzaken en de voorwaarden waaronder ambtshalve verminderingen kunnen plaatsvinden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de verzoeken van de belanghebbende om uitstel van betaling en verkoop van zijn in beslag genomen auto niet in behandeling genomen, aangezien deze verzoeken niet onder de bevoegdheid van de rechtbank vallen.