Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het proces-verbaal van de op 12 oktober 2018 ten overstaan van mr. van Geloven, senior rechter in deze rechtbank, in na te noemen procedure gehouden comparitie van partijen, waarin opgenomen het namens verzoekster tegen mr. Van Geloven mondeling gedaan wrakingsverzoek;
- de bij e-mail van 25 oktober 2018 door de advocaat van verzoekster gegeven toelichting op dit verzoek;
- het bij e-mail van 26 oktober 2018 ingekomen standpunt van [naam] , advocaat te [plaatsnaam] , namens [eiseres] en [tussenkomende partij] , eiseres respectievelijk tussenkomende partij in de hierna te noemen procedure;
- de processtukken in die procedure, en
2.Het verzoek
3.De feiten en de gronden voor wraking
De rechter gaat over tot de comparitie.
4.Het standpunt van de rechter
5.Het standpunt van [eiseres] en [tussenkomende partij]
6.De beoordeling
7.Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met procedurenummer C/02/338664/HA ZA 17-811 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van het wrakingsverzoek