ECLI:NL:RBZWB:2018:5378

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
17 september 2018
Zaaknummer
C/02/333006 / HA ZA 17-467
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht op software en schadevergoeding

In deze zaak vorderde Siemens Industry Software BV en Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. (hierna gezamenlijk 'Siemens') schadevergoeding van Airopack BV en aanverwante vennootschappen (hierna gezamenlijk 'ATG') wegens inbreuk op auteursrechten op de NX software. Siemens stelde dat ATG zonder toestemming illegale kopieën van de software had geïnstalleerd, wat leidde tot schade in de vorm van gederfde licentievergoedingen en waardevermindering van de auteursrechten. ATG erkende dat een werknemer een gekraakte versie van de software had geïnstalleerd, maar betwistte de omvang van de schade en de hoogte van de vorderingen. De rechtbank oordeelde dat de schade moest worden begroot op basis van de licentievergoeding voor de NX3 module, die ATG had willen afnemen. De rechtbank stelde de schadevergoeding vast op € 30.182,- en kende daarnaast een bedrag van € 2.500,- toe voor redelijke kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid. Tevens werd ATG veroordeeld om de inbreuk te staken en de illegale software te verwijderen, met een dwangsom van € 25.000,- per overtreding. De proceskosten werden vastgesteld op € 25.000,-, waarbij Siemens als in het gelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/333006 / HA ZA 17-467
Vonnis van 20 juni 2018
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIEMENS INDUSTRY SOFTWARE BV,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
2. de rechtspersoon naar Amerikaans recht
SIEMENS PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT SOFTWARE INC.,
gevestigd te Plano, Texas,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. Y. van den Winkel te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AIROPACK BV,
gevestigd te Waalwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AIROPACK TECHNOLOGY GROUP BV,
gevestigd te `s-Hertogenbosch,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I.P.S. BV,
gevestigd te Drunen,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I.P.S. HOLDING BV,
gevestigd te Vlijmen,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten te Breda.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Siemens (vrouwelijk enkelvoud) genoemd worden en gedaagden in conventie zullen gezamenlijk ATG (vrouwelijk enkelvoud) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 oktober 2017 en alle daarin reeds genoemde stukken;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 17 tot en met 19;
  • het proces-verbaal van comparitie van 20 februari 2018 met daaraan gehecht de ter comparitiezitting voorgedragen pleitnota’s van de raadslieden van beide partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

in conventie

2.1.
Siemens vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. ATG te bevelen om direct na betekening van het in dezen te wijzen vonnis iedere inbreuk op de auteursrechten van Siemens ten aanzien van de Software, zoals omschreven in deze dagvaarding, te staken en gestaakt te houden;
II. ATG te bevelen te gehengen en te gedogen om de zonder toestemming van Siemens geïnstalleerde versies van de Software te verwijderen van de aan ATG toebehorende computer, onder toezicht van een deurwaarder die daarvan proces-verbaal zal opmaken, althans verzoekt Siemens tot het opleggen van een in goede justitie te bepalen maatregel;
III. ATG hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, tot betaling aan Siemens ten titel van schadevergoeding een bedrag bestaande uit de gederfde licentievergoeding ter hoogte van € 454.380 (zegge: vierhonderdvierenvijftig driehonderdtachtigduizend euro), dan wel een in goede justitie te bepalen vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid te weten 26 juni 2015, subsidiair vanaf de datum waarop de melding is ontvangen, te weten 20 maart 2017, meer subsidiair de dag waarop het beslag is gelegd, te weten 30 mei 2017, en nog meer subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. ATG hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, tot betaling aan Siemens ten titel van schadevergoeding een bedrag bestaande uit de waardevermin-dering van de auteursrechten van Siemens vanwege de inbreuk ter hoogte van € 136.314 (zegge: honderdzesendertigduizend driehonderdveertien euro), dan wel een in goede justitie te bepalen vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid, te weten 26 juni 2015, subsidiair vanaf de datum waarop de melding is ontvangen, te weten 20 maart 2017, meer subsidiair de dag waarop het beslag is gelegd, te weten 30 mei 2017, en nog meer subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
V. ATG hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betalende de anderen zullen zijn
bevrijd, tot betaling aan Siemens een vergoeding voor redelijke kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid in verband met de inbreuk ter hoogte van € 5.000 (zegge: vijfduizend euro), althans een in goede justitie te bepalen schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid, te weten 26 juni 2015, subsidiair vanaf de datum waarop de melding is ontvangen, te weten 20 maart 2017, meer subsidiair de dag waarop het beslag is gelegd, te weten 30 mei 2017, en nog meer subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. ATG hoofdelijk te veroordelen om aan Siemens een dwangsom te betalen, ter grootte van € 50.000 (zegge: vijftigduizend euro) per overtreding, of een gedeeltelijke overtreding, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom, te vermeerderen met een dwangsom van € 5.000,- per dag, voor iedere dag (een gedeelte van een dag daaronder begrepen), dat ATG in strijd met het bevel onder I handelt, althans een zodanige dwangsom die in goede justitie onder deze omstandigheden geraden wordt geacht;
VII. ATG hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de volledige proceskosten zijdens Siemens, waaronder de beslagkosten alsmede de gerechtelijke bewaring van de bescheiden, de kosten van het geding en overige kosten, of een ander in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de ‘redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijkgestelde partij heeft gemaakt’ in de zin van artikel 1019h Rv.
2.2.
ATG voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Siemens in de volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv, uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
2.3.
ATG vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
A. Siemens hoofdelijk te veroordelen om aan ATG te betalen een bedrag van (thans) € 26.489,80 aan schadevergoeding, dan wel een in goede justitie te bepalen vergoeding;
B. Siemens te veroordelen in de volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv.
2.4.
Siemens voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van ATG in de volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv.

3.De beoordeling

in conventie en in reconventie

3.1.
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties, wordt uitgegaan van de volgende feiten:
a. Siemens houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en exploiteren van Computer
Aided Design (CAD) software voor onder andere (3D) modellering. Met deze softwareproducten kunnen onder andere technische installaties en machines ontworpen worden en kunnen bepaalde functionaliteiten van die machines en installaties worden getest.
b. ATG houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen, produceren en verkopen van
verpakkingen met perslucht.
c. Siemens ontwikkelt en exploiteert onder andere het softwareprogramma NX (hierna ook: de Software) voor onder andere (3D) modellering. De NX Software bestaat uit diverse modules, die afzonderlijk kunnen worden afgenomen en samengesteld. Per module wordt door Siemens ook een afzonderlijke prijs gehanteerd.
d. Siemens Product Lifecyle Management lnc. (eiseres sub 2) is de auteursrechthebbende op de Software. Siemens Industry Software B.V. (eiseres sub 1) is licentieneemster en exclusief gerechtigd om namens Siemens Product Lifecycle Management lnc. de Software in, onder andere, Nederland te distribueren en in dit kader licenties aan partijen in Nederland te verlenen.
e. In de Software is een beveiligingsmechanisme ingebouwd, dat het mogelijk maakt om de
aanwezigheid van een illegale kopie van de Software te signaleren, in de zin van een verveelvoudiging van de Software die niet door of namens Siemens is gemaakt en waarvoor Siemens geen toestemming (licentie) heeft gegeven. Deze illegale kopieën betreffen doorgaans “gekraakte” versies. Zodra gebruik van een illegale kopie van de Software door het beveiligingsmechanisme wordt geconstateerd, ontvangt Siemens hiervan een melding, waaruit Siemens onder andere kan opmaken wanneer en op welke computer(s) de illegale software is geïnstalleerd, welke versie het betreft en hoeveel illegale kopieën er zijn geïnstalleerd.
f. ATG heeft verschillende modules van Siemens afgenomen behorende tot het NX Softwarepakket ter waarde van circa € 50.000,- aan producten/licenties, en ongeveer € 10.000,- aan jaarlijkse onderhoudskosten.
g. In juni 2013 heeft ATG een offerte opgevraagd bij Siemens voor de afname van de
zogenaamde “NX CAD/CAM 3 Axis Milling Foundation (NX12450) module (hierna: de
“NX3-module’), welke module ATG wilde gebruiken voor het aansturen van een freesbank, die zij sporadisch gebruikte op haar R&D afdeling om er model/proefontwerpen mee te maken. Voornoemde module werd door Siemens geoffreerd tegen een bedrag van € 19.280,- voor de licentie, te vermeerderen met een jaarlijks te betalen bedrag van € 3.857,- voor onderhoud. ATG heeft afgezien van de aanschaf van de betreffende module omdat zij verwachtte daar zeer beperkt gebruik van te maken en de module niet noodzakelijk was om de freesmachine aan te sturen.
h. Vervolgens heeft een werknemer van ATG in 2015 een gekraakte versie van de NX
Software op zijn computer van ATG geïnstalleerd, om toegang te krijgen tot de NX3-module.
In de twee jaar die daarop volgden, is van die module beperkt gebruik gemaakt.
i. Op 20 maart 2017 heeft Siemens via haar beveiligingsmechanisme een melding van
illegale kopieën van de Software, afkomstig uit het bedrijfsnetwerk van ATG, ontvangen waaruit volgt dat op een computer die bij ATG in gebruik is, illegale kopieën van de Software zijn geïnstalleerd (versie 9/10 van de NX Software). Uit de melding volgt voorts, dat het gaat om een gekraakte versie van de Software door het hackerscollectief “Solid Squad”, waardoor de beveiliging van de Software doorbroken is. Voorts is uit onderzoek gebleken dat ATG sinds 20 maart 2017 van de illegale versie(s) gebruikt heeft gemaakt.
j. Ten einde haar auteurs- en exclusieve rechten te handhaven heeft Siemens op 19 mei 2017 de rechtbank verzocht om verlof tot het leggen van conservatoir beslag tot afgifte van de inbreuk makende zaken op grond van artikel 28 Auteurswet jo. artikelen 700, 709 en 730 Rv alsmede om bewijsbeslag op grond van artikel 1019b jo. 1019c Rv en artikel 843a Rv onder ATG te mogen leggen. Op 23 mei 2017 is hiertoe verlof verleend. Op 30 mei 2017 is beslag gelegd op de bedrijfslocatie van ATG. Blijkens het proces-verbaal van beslaglegging is conservatoir beslag tot afgifte gelegd op één gegevensdrager die in het verzoekschrift is beschreven. Op de in beslag genomen gegevensdrager is illegale/gekraakte Software van Siemens aangetroffen, versie NX 9/ NX 10.
3.2.
Siemens legt aan haar vordering ten grondslag dat ATG inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Siemens ingevolge artikel 1 jo. 13 en 45i Aw, aangezien ATG twee illegale kopieën van de Software heeft geïnstalleerd (NX 9 en NX 10) op één van haar computers, hetgeen een ongeoorloofde verveelvoudiging van de Software betreft. Siemens stelt dat zij schade lijdt als gevolg van het inbreuk makend handelen van ATG, hetgeen toerekenbaar is aan ATG, nu zij zonder toestemming van Siemens illegale kopieën van de Software heeft geïnstalleerd en gebruikt. De schade die Siemens vordert op grond van de artikelen 27 en 27a Aw bestaat uit de volgens haar gederfde licentievergoedingen, alsmede uit schade wegens waardevermindering van haar auteursrecht door de inbreuk. Daarnaast vordert Siemens vergoeding van de redelijke kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:96 lid 2 BW.
De gederfde licentievergoedingen door het inbreukmakend handelen van ATG dient volgens Siemens berekend te worden door het aantal aangetroffen kopieën van deze versie van de Software te vermenigvuldigen met de vergoeding die Siemens per exemplaar had (moeten) ontvangen voor die versie van de Software indien wel toestemming was verkregen. Volgens Siemens blijkt uit screenshots van de geïnstalleerde, illegale kopieën dat de kopieën sinds 26 juni 2015 zijn geïnstalleerd op de gegevensdrager van ATG. Naar de mening van Siemens is dit dan ook de datum waarop de inbreuk op de auteursrechten van Siemens heeft plaatsgevonden. Siemens is van mening dat de licentievergoeding die ATG zou hebben moeten betalen om met toestemming de volledige versie van de Software te installeren € 227.190,- exclusief BTW bedraagt per volledige kopie en dus in casu tweemaal dit bedrag als schade is geleden, derhalve resulterend in een totaalbedrag van € 454.380,- exclusief BTW. Siemens stelt dat zij daarnaast schade lijdt wegens waardevermindering van haar auteursrecht, bestaande uit reputatieschade, verlies van exclusiviteit van het auteursrecht en vermindering van exploitatiemogelijkheden. Naar de mening van Siemens kan de schade door waardevermindering van het auteursrecht niet concreet worden vastgesteld, en dient dit daarom ex aequo et bono te worden geschat. Siemens schat deze schade op 30% van de licentievergoeding voor de Software, zijnde tweemaal € 68.157,- en derhalve in totaal € 136.314,-. Voorts vordert Siemens op grond van artikel 6:96 lid 2 BW vergoeding van de redelijke (administratie-)kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid, waaronder een aandeel in de kosten voor de wereldwijde opsporing en onderzoek naar auteursrechtinbreuken en de inbreukmakende partij, de kosten voor het in stand houden en steeds updaten van het beveiligingsmechanisme alsmede de kosten ter vaststelling van de schade. De hiervoor genoemde kosten wenst Siemens voor een bedrag van € 5.000,- exclusief BTW, te verhalen op ATG, te vermeerderen met wettelijke rente. Tevens maakt Siemens aanspraak op volledige vergoeding van haar proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv, die zij begroot op een bedrag van € 32.546,76.
3.3.
ATG erkent het inbreukmakend handelen doordat één van haar werknemers in 2015 een gekraakte versie van het NX Softwarepakket op zijn computer heeft geïnstalleerd, om toegang te krijgen tot de NX3-module, alsmede het feit dat Siemens daardoor schade lijdt. ATG bestrijdt echter omvang van de beweerdelijk geleden schade en de wijze waarop deze is berekend. Volgens ATG is slechts zeer beperkt gebruik gemaakt van de NX3-module, te weten in totaal maximaal 20 uur gedurende twee jaar. ATG voert aan dat zij tevergeefs heeft getracht een minnelijke regeling te treffen met Siemens om het geschil buiten rechte te beëindigen. ATG geeft in dat kader aan, dat zij aan Siemens heeft aangeboden om de gederfde licentievergoeding ad € 19.280,- voor de NX3 module te vergoeden, evenals tweemaal de onderhoudsvergoeding ad € 3.857,-, te betalen voor de jaren 2016 en 2017, alsmede het totaalbedrag van deze licentie- en onderhoudsvergoeding ad € 26.994,- te verdubbelen, waardoor ATG bereid was om een totaalbedrag van € 54.000,- aan Siemens te betalen. ATG voert aan dat dit aanbod door Siemens niet is geaccepteerd en dat zij eiste dat ATG niet enkel de gederfde licentievergoeding voor de afzonderlijke NX3 module ad € 19.280,- zou vergoeden, maar de licentievergoeding voor het gehele NX Softwarepakket zou betalen, te weten € 227.190,-. In de visie van ATG gaat Siemens echter uit van een onjuiste wijze van schadebegroting en leidt dit tot een buitensporig hoge schadevergoedingsvordering. Naar de mening van ATG vordert Siemens ten onrechte de gederfde licentievergoeding voor het gehele NX Softwarepakket ad € 227.190,- voor zowel de versie NX 9 en 10. Hiervoor bestaat in de ogen van ATG geen grond omdat - indien ATG in 2015 een extra licentie van Siemens zou hebben afgenomen - dit slechts betrekking zou hebben gehad op de NX3 module en niet het gehele NX Softwarepakket. In de visie van ATG is de licentie- en onderhoudsvergoeding voor de NX3 module derhalve wat Siemens aan inkomsten is misgelopen en betreft dit bedrag haar werkelijk geleden schade. Dat gebruik van een gekraakte versie van de NX Software technisch gezien altijd toegang geeft tot alle modules daarvan, maakt dit volgens ATG niet anders, aangezien ATG slechts de NX3 module van Siemens af wilde nemen conform de gevraagde offerte in juni 2013 en ATG ook slechts de NX3 module van de gekraakte Software sporadisch heeft gebruikt, te weten maximaal 20 uur in een tijdsbestek van 2 jaar voor het aansturen van een freesmachine. De schade van Siemens dient volgens ATG derhalve begroot te worden op € 19.280,- (het gemiste bedrag voor de licentie). ATG meent voorts dat er geen grond is voor verdubbeling van de gederfde licentievergoeding omdat er beweerdelijk twee versies van de NX software (NX9 en de nieuwere versie NX10) op de in beslag genomen computer zijn aangetroffen. Zo beide versies al op de computer zijn geïnstalleerd, gaat het volgens ATG om de oudere (NX9) en de nieuwere /updated versie (NX10) van één en hetzelfde Softwarepakket, welke versies nimmer parallel in gebruik zijn geweest, aangezien na aankoop van een bepaalde module geen aanvullende betaling hoeft te worden gedaan als de software van een update wordt voorzien.
Ook voor de vermeende waardevermindering van het auteursrecht - door Siemens begroot op 30% van het bedrag aan gederfde licentievergoeding, resulterend in een bedrag van € 136.314,- is volgens ATG geen plaats. De beweerdelijk geleden reputatieschade is volgens ATG door Siemens niet concreet gemotiveerd onderbouwd en ook van vermeend verlies aan exclusiviteit en
exploitatiemogelijkheden is naar de mening van ATG geen sprake en worden bovendien reeds volledig gedekt door het gevorderde bedrag aan gederfde licentievergoeding.
ATG betwist niet dat Siemens kosten maakt om inbreuken op haar auteursrechten op te sporen, noch dat Siemens gerechtigd is om een (redelijk) deel van die kosten op ATG te verhalen, maar meent dat het door Siemens opgevoerde bedrag dat zij jaarlijks aan opsporingsactiviteiten zou besteden, ongeloofwaardig is en buitensporig hoog en ATG betwist dan ook dat het door Siemens gevorderde bedrag van € 5.000,- redelijk is.
In de visie van ATG komt ook het gevorderde bedrag € 15.000,- als vergoeding voor het gelegde conservatoir- en bewijsbeslag niet voor vergoeding in aanmerking, stellende dat dit bedrag niet deugdelijk is onderbouwd en de beslagen nodeloos zijn gelegd. Ook voor vergoeding van de volledige proceskosten zijdens Siemens ad € 32.546,76 bestaat volgens ATG geen grond omdat ATG voorafgaand aan de deze gerechtelijk procedure onvoorwaardelijk heeft aangeboden om het verschuldigde bedrag aan licentievergoeding voor het ongeautoriseerde gebruik van de NX3 module te verdubbelen, en bereid was om twee jaar onderhoudsvergoeding te betalen voor de Software, alsmede bereid was (en is) om een onthoudingsverklaring te ondertekenen. Subsidiair meent ATG dat de vergoeding van de proceskosten van Siemens dient plaats te vinden volgens het indicatietarief omdat sprake is van een eenvoudige zaak.
Volgens ATG dient ook de gevorderde dwangsom te worden afgewezen, althans gemaximeerd.
voorts in reconventie
3.4.
In reconventie vordert ATG vergoeding van de geleden schade door het inmiddels vervallen bewijsbeslag, welke schade ATG begroot op € 7.300,-. Zij stelt hiertoe, dat het bewijsbeslag zinledig is omdat Siemens in de onderhavige procedure geen inzage heeft gevorderd met betrekking tot het gelegde bewijsbeslag en dus evenmin een eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. Hierdoor is de termijn van 28 dagen als vermeld in alinea 3.12. van de beschikking inmiddels verlopen en is het bewijsbeslag komen te vervallen. Op die grond vordert ATG in reconventie vergoeding van het door het bewijsbeslag veroorzaakte schade.
ATG vordert voorts in reconventie vergoeding van de schade die zij heeft geleden als gevolg van het nodeloos procederen van Siemens. ATG stelt daartoe, dat zij in de aanloop van deze procedure een hoger bedrag aan schadevergoeding aan Siemens heeft aangeboden voor het ongeautoriseerde
gebruik van de NX3 module, dan het bedrag aan schadevergoeding dat Siemens redelijkerwijs mocht verwachten toegewezen te krijgen in de onderhavige procedure. Dat maakt dat er zijdens Siemens sprake is van misbruik van (proces)recht ex artikel 3:13 BW, nu Siemens nodeloos procedeert en zij geen materieel (of rechtens te respecteren) belang had om de onderhavige procedure te starten. ATG begroot de schade die zij dientengevolge heeft geleden op een bedrag van € 19.189,80.
3.5.
Siemens verweert zich tegen de reconventionele vordering door aan te voeren dat zij geen bewijsbeslag heeft gelegd, maar afgiftebeslag. Dit blijkt volgens Siemens uit het proces-verbaal van beslaglegging, waarin staat vermeld dat de deurwaarder beslag tot afgifte heeft gelegd op de betreffende computer en dat deze in bewaring is gegeven aan de gerechtelijk bewaarder.
Siemens meent verder, dat er wel degelijk een eis in hoofdzaak is ingesteld te weten: de afgifte ter vernietiging van de illegale, gekraakte Software. Siemens geeft aan dat in het beslagverlof de voorzieningenrechter een termijn van 28 dagen na de beslaglegging heeft bepaald voor het instellen van de eis in hoofdzaak. Het beslag is op 30 mei 2017 gelegd en de onderhavige dagvaarding is op 22 juni 2017 betekend, zodat de eis in hoofdzaak derhalve tijdig is ingediend, aldus Siemens. Bovendien meent Siemens dat - zelfs al zou de termijn voor het instellen van de eis in hoofdzaak zijn verstreken en het gelegde beslag zijn vervallen - er dan nog geen grond bestaat voor vergoeding van enige schade, nu het overschrijden van de termijn voor het instellen van de eis in hoofdzaak een beslag niet onrechtmatig maakt. Verder ontbreekt in de visie van Siemens het causaal verband tussen het eventueel vervallen zijn van de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak en de door ATG gevorderde schade.
Daarnaast voert Siemens aan dat zij recht op en belang heeft bij het instellen van onderhavige procedure omdat ATG in de berekening van de schade van Siemens uitgaat van een onjuist uitgangspunt en het bedrag dat zij ter compensatie van de schade van Siemens heeft voorgesteld derhalve niet de werkelijk door Siemens geleden schade vergoedt. Volgens Siemens dient haar schade niet te worden begroot aan de hand van een concrete schadeberekening, maar dient een abstracte vorm van schadeberekening te worden gehanteerd. Siemens meent dat het uitgangspunt in de Nederlandse jurisprudentie over schadeberekening in IE-zaken is, dat er wordt aangesloten bij de prijs, zoals bijvoorbeeld de licentievergoeding, die de rechthebbende had kunnen ontvangen voor de inbreukmakende handelingen. De schade moet in de ogen van Siemens worden geschat op basis van de vergoeding die zij bedongen zou hebben wanneer ATG als inbreukmaker toestemming had gevraagd voor de verrichte handeling, derhalve te berekenen op abstracte wijze aan de hand van de vergoeding voor de versie van de Software die geïnstalleerd is aangetroffen. ATG stelt zich naar de mening van Siemens ten onrechte op het standpunt, dat zij slechts gehouden zou zijn een licentievergoeding te betalen voor een module waar zij in 2013 ooit een offerte voor heeft aangevraagd, en niet voor de twee volledige versies van de geïnstalleerde Software waarmee zij daadwerkelijk inbreuk heeft gemaakt. De schade bestaat volgens Siemens uit het bedrag dat zij voor het installeren van deze twee volledige versies van de Software had kunnen krijgen, te weten € 454.380,-. De schadevergoeding die ATG heeft aangeboden in het kader van de schikkingsonderhandelingen ligt vele malen lager. Siemens voert verder nog aan, dat ATG haar schadeberekening baseert op een offerte uit 2013, maar volgens Siemens heeft ATG in 2014 en 2016 nog meer offertes opgevraagd - en niet enkel voor de module NX CAD/CAM Axis Milling Foundation - met een minimale licentievergoeding van € 72.360,-. Ten slotte betwist Siemens de hoogte van de door ATG gevorderde volledige proceskosten.
3.6.
Partijen zijn met name verdeeld over de hoogte van de door ATG verschuldigde schadevergoeding in verband met de inbreuk op de auteursrechten en de exclusieve licentierechten van Siemens waarvoor ATG aansprakelijk is. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:97 BW
begroot de rechter de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Uitgangspunt van het schadevergoedingsrecht is de vergoeding van werkelijk geleden of te lijden schade, een concrete schadeberekening die met zich meebrengt een vergelijking tussen de toestand zoals die werkelijk is en zoals die zou zijn geweest als het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan. Kan de omvang van de schade niet nauwkeurig worden vastgesteld, dan wordt zij geschat. Artikel 27 lid 2 Aw, richtlijnconform uit te leggen aan de hand van artikel 13 lid 1 sub b Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (hierna: de Handhavingsrichtlijn) bepaalt dat in passende gevallen de rechter de schadevergoeding in verband met de inbreuk op het auteursrecht kan vaststellen als een forfaitair bedrag. Op grond van artikel 13 lid 1 van de Handhavingsrichtlijn dient bij een inbreukmaker die wist of redelijkerwijs moest weten dat hij zich schuldig maakte aan inbreuk, bij de bepaling van de schadevergoeding rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval zoals het door de rechthebbende geleden inkomensverlies, de door de inbreukmaker onrechtmatig gemaakte winst en de aan de inbreukmaker toegebrachte morele schade. Als alternatief, bijvoorbeeld indien de feitelijke schade moeilijk te bepalen is, kan het bedrag van de schadevergoeding worden afgeleid uit elementen als het bedrag aan royalty’s of vergoedingen dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het intellectuele eigendomsrecht te gebruiken. De bedoeling is niet een verplichting te introduceren om te voorzien in een niet compensatoire schadevergoeding, maar wel een schadevergoeding mogelijk te maken die op een objectieve grondslag berust, waarbij tevens rekening wordt gehouden met kosten van de rechthebbende, bijvoorbeeld voor opsporing en onderzoek (overweging 26 preambule Handhavingsrichtlijn).
3.7
Beide partijen sluiten aan bij de gedachte dat de schade dient te worden begroot
op basis van de licentievergoeding. Siemens stelt dat twee volledige versies van het softwareprogramma NX 9 en NX 10 op een computer van ATG zijn geïnstalleerd waarbij sprake is van een door het hackerscollectief Solid Squad gekraakte versie. Hierbij is de beveiliging van Siemens doorbroken zodat de gehele versies van de softwareprogramma’s zijn geïnstalleerd en te gebruiken. De installaties van de Software zijn de inbreukmakende handelingen en de geleden schade die dit met zich meebrengt, die afschrikwekkend dient te zijn, betreft onder andere de prijs voor de volledige licentie voor beide softwareprogramma’s, zijnde € 454.380,-, aldus Siemens. ATG heeft erop gewezen dat NX software een modulair pakket betreft met softwarematige oplossingen voor alle aspecten rond het ontwerpen, produceren, analyseren, testen en vermarkten van een product waarbij de nadruk wordt gelegd op flexibiliteit en het ongebruikelijk is dat klanten van Siemens het hele NX-pakket nodig hebben en afnemen. Siemens heeft een prijslijst overgelegd voor de modules van het NX softwarepakket waarbij iedere module een afzonderlijke prijs heeft. ATG heeft voorts gesteld dat zij slechts sporadisch gebruik heeft gemaakt van uitsluitend de NX3 module namelijk ter aansturing van een freesmachine voor 3d modellen, welke module € 19.200,- kost. Zij heeft daartoe ook verwezen naar haar offerteaanvraag uit 2013.
3.8
Siemens heeft de onderbouwde stellingen van ATG dat ATG uitsluitend de NX3 module (uit latere processtukken blijkt het te gaan om de NX CAD/CAM 3 Axis Milling Foundation) heeft gebruikt, niet voldoende gemotiveerd betwist. Weliswaar heeft Siemens erop gewezen dat ATG ook van andere modules offertes heeft aangevraagd in 2014 en 2016, maar zij heeft niet meer gereageerd op de gedetailleerde stellingen van ATG tijdens de comparitie dat een van die modules daadwerkelijk is afgenomen, dat daarnaast sprake was van alternatieven waarvan alleen de NX 3 module is gebruikt en dat ten aanzien van de vraag omtrent “Update|” geen sprake was van een module. Ook is onbetwist gelaten de stelling van ATG dat de software is aangetroffen op een computer gebruikt ter aansturing van een freesmachine. Naast het feit dat de NX software van Siemens een modulair pakket betreft dat door Siemens modulair wordt aangeboden staat derhalve ook vast dat ATG uitsluitend de NX 3 module heeft gebruikt. Mede gelet op de offerteaanvraag en de toelichting daarop ter comparitie van ATG, die onbetwist is gebleven door Siemens, dient er in deze zaak van te worden uitgegaan dat indien ATG op rechtmatige wijze de beschikking had willen krijgen over de software die ze nodig had, zij een licentie had verzocht ten behoeve van de NX 3 module.
3.9
Siemens acht dit laatste niet relevant stellende dat ATG inbreuk heeft gemaakt op het gehele softwareprogramma. De omstandigheden dat de gekraakte versie uitsluitend toegang geeft tot het gehele softwareprogramma, het softwareprogramma naar zijn aard zeer veelzijdig en flexibel is en modulair wordt aangeboden en ook modulair wordt aangeschaft, een groot prijsverschil bestaat tussen de aanschaf van een of enkele modules en het totale programma en vaststaat dat ATG slechts geïnteresseerd was in het gebruik van de NX 3 module en uitsluitend deze module heeft gebruikt, maken dat voor de vaststelling van de schade aansluiting gezocht dient te worden bij de prijs voor de licentie van de NX 3 module. Hetgeen Siemens heeft betoogd om uit te gaan van de prijs voor de licentie voor het gehele programma gaat naar het oordeel van de rechtbank te zeer voorbij aan het uitgangspunt van schadebegroting, namelijk dat de werkelijke schade dient te worden vergoed welk uitgangspunt niet is verlaten door het bepaalde in artikel 27 lid 2 Aw en de Handhavingsrichtlijn. Bij het aansluiten voor wat betreft de omvang van de schade bij de royalty’s of vergoedingen die verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het intellectuele-eigendomsrecht te gebruiken, bestaat gelet op bovenstaande omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank ruimte om te beoordelen waarvoor de inbreukmaker in de geven situatie daadwerkelijk toestemming zou hebben gevraagd.
3.1
Gelet hierop dient de schade door de inbreuk van de zijde van ATG op de auteursrechten van Siemens te worden begroot op de licentievergoeding die ATG verschuldigd zou zijn geweest voor het gebruik van de NX 3 module wanneer zij in 2015 daarom had verzocht. Volgens ATG betreft dit een bedrag van € 19.280 te vermeerderen met een jaarlijks te betalen bedrag van € 3.857,- voor het onderhoud over de jaren 2016 en 2017. Dit betreffen de tarieven als gehanteerd in de offerte van 2013, terwijl de inbreuk is aangevangen in 2015. Siemens heeft een tarievenlijst 2015 overgelegd waarbij de NX CAD/CAM 3 Axis Milling Foundation een tarief kent van € 21.560,- met een onderhoudstarief van € 4.311,-. De rechtbank zal van deze tarieven uitgaan. Dit resulteert in een schade van € 30.182,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de inbreuk is aangevangen, te weten 26 juni 2015.
3.11
Siemens stelt dat vanwege het illegaal installeren en gebruiken van zowel NX 9 software als NX 10 software voor de bepaling van de schade uitgegaan dient te worden van zowel de licentievergoeding voor NX 9 als voor NX 10. ATG wijst erop dat de NX 10-versie van de software was verkregen zonder bijkomende kosten bij het aangaan van een licentie met onderhoudscontract. Voor de beslissing ten aanzien van dit geschilpunt is eveneens de vraag relevant wat de inbreukmaker verschuldigd was geweest indien hij toestemming had gevraagd om het intellectuele-eigendomsrecht te gebruiken. ATG heeft voldoende gemotiveerd gesteld dat zij, zoals ook gebruikelijk is, zou hebben gekozen voor een licentie met onderhoudscontract. ATG heeft ter comparitie daartoe gesteld dat het standaardpraktijk was dat bij ATG onderhoudscontracten werden afgesloten voor alle modules. Siemens heeft dit niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist, hetgeen ook geldt voor de stelling dat in dat geval NX 10 software als update zonder bijkomende kosten wordt verkregen. Gelet hierop wordt de schade van Siemens op grond van het gebruik door ATG van NX 10 software geacht te zijn begrepen in de door ATG te vergoeden schade aan de hand van de verschuldigde bedragen voor het gebruik van de NX 9 module NX CAD/CAM 3 Axis Milling Foundation met onderhoudscontract.
3.12
Siemens vordert een bedrag van € 136.314,- aan schade in verband met een waardevermindering van het haar auteursrecht op de software in verband met de inbreuk van ATG. Hetgeen Siemens ter onderbouwing van de schade aanvoert is zoals ATG terecht aanvoert niet toegesneden op de feiten in de onderhavige zaak waarbij een werknemer van ATG een gekraakte versie van de software op een computer van ATG heeft geïnstalleerd om daarmee door aansturing van een 3 D printer modellen te kunnen maken. In het licht van een uitsluitend eigen, intern gebruik van een illegale versie van de Software is door Siemens onvoldoende feitelijk onderbouwd dat de negatieve effecten zoals het gebruik van software van inferieure kwaliteit (in de veronderstelling dat het originele Siemens software betreft) en een uitstralend effect naar derden, buiten ATG, in de zin dat door dit gebruik ook derden minder geneigd zijn de software in licentie te nemen, zich daadwerkelijk hebben voorgedaan. De reputatieschade en schade in verband met verlies aan exclusiviteit en exploitatiemogelijkheden is daarmee door Siemens onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Deze vordering van Siemens zal worden afgewezen.
3.13
Siemens vordert een vergoeding voor redelijke (administratie-)kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid in verband met de inbreuk ter hoogte van € 5.000,-. Blijkens de toelichting van Siemens wordt deze vordering gebaseerd op zowel de kosten van de ontwikkeling en de integratie van het beveiligingsmechanisme in de Software als aanvullende kosten voor het interpreteren van de ontvangen gegevens en het achterhalen van de inbreukmaker. Siemens stelt dat de kosten voor Siemens wereldwijd een post van 5 miljoen op jaarbasis oplevert. Een toerekening naar redelijkheid resulteert volgens Siemens in het door haar gevorderde bedrag. ATG betwist niet dat Siemens kosten maakt om inbreuken op haar auteursrechten op te sporen, noch dat Siemens gerechtigd is een redelijk deel van die kosten op ATG te verhalen. Zij betwist in dit verband dat het gevorderde bedrag redelijk is, acht een bedrag van € 5 miljoen op jaarbasis ongeloofwaardig en wijst erop dat dit bedrag niet is onderbouwd en voorts geen inzicht bestaat in de wereldwijd ontvangen vergoedingen voor deze kosten.
3.14
Het komt de rechtbank voor dat de kosten van de ontwikkeling en de integratie van het beveiligingsmechanisme in de software van Siemens niet in causaal verband staan met de inbreuk door ATG, nu deze kosten ook zonder de inbreuk door ATG zouden zijn en ook zijn gemaakt. Dit is anders voor wat betreft de kosten van het interpreteren van de ontvangen gegevens met betrekking tot de inbreuk door ATG en het achterhalen van de inbreukmaker, waarbij de rechtbank zich realiseert dat een strikte scheiding van deze kosten waarschijnlijk niet goed te maken is. Siemens heeft niet duidelijk gemaakt waar de werkzaamheden verricht voor het interpreteren van de ontvangen gegevens met betrekking tot de inbreuk door ATG en het achterhalen van de inbreukmaker uit bestaan. De rechtbank zal op de voet van artikel 6:97 BW de schade in verband met de kosten van het interpreteren van de ontvangen gegevens met betrekking tot de inbreuk door ATG en het achterhalen van de inbreukmaker schatten op € 2.500,- en dit bedrag aan Siemens toewijzen, verhoogd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 nu vast staat dat deze schade voorafgaand aan deze datum is geleden.
3.15
Vordering sub I van Siemens houdende een verbod om iedere inbreuk op auteursrechten van Siemens op het softwareprogramma NX te staken en gestaakt te houden dient te worden toegewezen. Siemens heeft een belang bij deze vordering nu sprake is geweest van een inbreuk. Dat ATG bereid was een onthoudingsverklaring te tekenen maakt dat niet anders nu het niet tot een ondertekening van deze verklaring is gekomen.
ATG verzet zich tegen de in verband met dit verbod onder VI gevorderde dwangsom en voert daartoe aan dat geen prikkel tot nakoming nodig is omdat zij geen inbreuk heeft willen maken op het auteursrecht van Siemens maar risicoaansprakelijk is op grond van artikel 6:170 BW voor gedragingen van haar werknemer en er alles aan doet om inbreuken door werknemers te voorkomen. Een dwangsom zou daarmee het karakter van een boete krijgen. Subsidiair verzoekt ATG matiging en maximering. De omstandigheden dat de inbreuk op het auteursrecht volgens ATG uitsluitend te wijten is aan het handelen van een werknemer, ATG deze inbreuk niet heeft gewenst en maatregelen neemt ter voorkoming van een inbreuk, brengen niet met zich mee dat Siemens geen belang heeft bij een versterking van het verbod op inbreuk door middel van een dwangsom, terwijl voorts ATG invloed heeft op het gedrag van haar werknemers, hetgeen ook volgt uit de omstandigheid dat zij aanvullende maatregelen neemt te voorkoming van een nieuwe inbreuk. Onder deze omstandigheden kan een dwangsom een prikkel vormen het verbod na te leven door optimalisering van deze maatregelen. De omstandigheid dat ATG inbreuken wellicht niet volledig kan voorkomen vormt aanleiding tot matiging en maximering op de in het dictum bepaalde wijze.
3.16
De vordering dat ATG dient te gehengen en te gedogen dat de geïnstalleerde versies van de NX software van Siemens van de inbeslaggenomen computer dienen te worden verwijderd, kan worden toegewezen. De rechtbank zal bepalen dat deze verwijdering dient te geschieden door een medewerker van Riscon Arnhem BV, welk bedrijf als bewaarder is aangesteld, van welke verwijdering de deurwaarder proces-verbaal dient op te maken. Nu door Siemens geen inzage in de in beslag genomen computer is gevorderd dient uitsluitend te worden overgegaan tot de verwijdering van de software en het opmaken van een proces-verbaal van verwijdering. Ook ten aanzien van deze vordering geldt dat het verweer van ATG dat zij bereid was een onthoudingsverklaring te tekenen geen doel treft nu het niet tot ondertekening van deze verklaring is gekomen.
3.17
Met betrekking tot de proceskosten stelt Siemens dat een volledige proceskostenveroordeling op zijn plaats is ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die zij als in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt in de zin van artikel 1019h Rv. Zij begroot deze schade op € 32.564,76 inclusief kosten beslag, betekening dagvaarding en griffierecht.
3.18
ATG betwist de verschuldigdheid van beslagkosten voor het gelegde conservatoir- en bewijsbeslag. ATG stelt dat met het beslag geen € 15.000,- aan kosten gemoeid was en daarnaast dat de beslagen nodeloos zijn gelegd omdat ATG en Siemens jarenlang een goede relatie met elkaar hebben gehad en de melding aanleiding had moeten zijn in gesprek te gaan met elkaar in plaats van het nemen van een ingrijpend en verstorend middel als het leggen van beslag. Voorts stelt ATG dat Siemens in de procedure geen inzage in het beslagen bewijs heeft gevorderd zodat het bewijsbeslag nodeloos is gelegd en de opgevoerde kosten voor het beslag minst genomen gehalveerd dienen te worden. In reconventie vordert ATG vergoeding van de geleden schade door het inmiddels vervallen bewijsbeslag, welke schade zij begroot op € 7.300,-. Daarnaast vordert ATG in reconventie de schade die ze heeft geleden als gevolg van nodeloos procederen van Siemens. ATG heeft in de aanloop van de procedure een hoger bedrag aan schadevergoeding geboden voor ongeautoriseerde gebruik van de NX 3 module dan het bedrag aan schade dat Siemens redelijkerwijs mocht verwachten toegewezen te krijgen in de onderhavige procedure. ATG stelt dat Siemens misbruik maakt van procesrecht door nodeloos en omwille van het procederen te procederen. Deze schade bestaande uit de proceskosten begroot ATG op € 19.189,80
3.19
Siemens heeft betwist dat zij bewijsbeslag heeft gelegd. De vraag of bewijsbeslag is gelegd kan in het midden blijven, er is door Siemens in ieder geval ook afgiftebeslag gelegd ter vernietiging van de illegale software en de daarop toegesneden vordering wordt toegewezen. Er is derhalve reeds om die reden geen sprake van een nodeloos gelegd beslag. Hierbij overweegt de rechtbank nog dat Siemens natuurlijk niet kon voorzien hoe de reactie van ATG zou zijn nadat ATG geconfronteerd werd met de bevinding van Siemens dat sprake was van inbreuk op haar auteursrecht, zodat zij recht en belang had de computer met daarop de illegale software zeker te stellen. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen van Siemens door het in beslag laten nemen van de computer. Daarnaast volgt uit de kostenopgave van Siemens niet dat met het leggen van beslag € 15.000,- aan kosten is gemoeid, de kostenopgave bij dagvaarding betreft de gemaakte kosten tot en met dagvaarding, de beslagkosten vormen daar een onderdeel van. De opgave is voorzien van een urenspecificatie waartegen door ATG geen gemotiveerd verweer is gevoerd.
3.2
Evenmin is voor het overige sprake van onrechtmatig procederen aan de zijde van Siemens. Het procesrecht voorziet in de bevoegdheid geschillen ter beslechting aan de rechter voor te leggen in het kader van een procedure. Gelet op het recht op toegang tot de rechter, dat besloten ligt in het in artikel 6 Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) verankerde recht op een eerlijk proces, past terughoudendheid bij het aannemen van misbruik van procesrecht door het aanspannen van een procedure. Van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door een procedure te voeren is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan pas sprake zijn als een eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (Hoge Raad 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3516 en Hoge Raad 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). Siemens heeft andere opvattingen over de omvang van de schade door de inbreuk op haar auteursrecht dan ATG en het niet aanvaarden van het schikkingsvoorstel van ATG en voorleggen van het pleitbare standpunt van Siemens aan de rechtbank stond haar vrij. Dat in andere zaken in eerste aanleg ook wel anders is beslist, maakt dat niet anders. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van stellingen waarvan Siemens op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De reconventionele vordering dient derhalve in zijn geheel te worden afgewezen en Siemens zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie.
3.21
Ten aanzien van de door Siemens gevorderde proceskosten in conventie heeft ATG eveneens met verwijzing naar haar door Siemens afgewezen schikkingsvoorstel, gesteld dat deze dienen te worden afgewezen in verband met misbruik van procesrecht. Subsidiair stelt ATG dat deze kosten dienen te worden gematigd tot het liquidatietarief, mede omdat sprake is van een eenvoudige zaak.
3.22
Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen is geen sprake van een nodeloos gelegd beslag. De kosten van het beslag dienen op de voet van artikel 1019h Rv volledig als proceskosten aan Siemens te worden toegewezen. Siemens dient voorts in die zin als de in het gelijk gestelde partij te worden gezien dat zij haar vorderingen sub I en sub II geheel en haar vorderingen onder III, V en IV gedeeltelijk krijgt toegewezen en daarnaast de reconventionele vordering van ATG wordt afgewezen. Daar staat tegenover dat ATG ten aanzien van het geschil over de omvang van de schade grotendeels in het gelijk is gesteld. De rechtbank zal rekeing houdende met al de ze omstandigheden de door Siemens gevorderde proceskosten in conventie en reconventie gezamenlijk tot een bedrag € 25.000,- toewijzen inclusief de beslagkosten, griffiegelden en overige kosten. De rechtbank zal de veroordelingen als gevorderd uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Siemens heeft aan aantal gelieerde vennootschappen gedagvaard omdat haar niet duidelijk is welke vennootschap aansprakelijk is voor de inbreuk op de auteursrechten en heeft gedeeltelijk hoofdelijke veroordeling van gedaagden gevorderd. ATG heeft zich hierover niet uitgelaten. Nu ATG zich niet heeft verzet tegen een hoofdelijke veroordeling en de grondslag daarvoor zou kunnen bestaan in het bepaalde in artikel 6:166 lid 1 BW zal de rechtbank dit gedeelte van de vordering eveneens toewijzen.

4.De beslissing

De rechtbank
In conventie
4.1
beveelt ATG om direct na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de auteursrechten van Siemens ten aanzien van het softwareprogramma NX van Siemens te staken en gestaakt te houden;
4.2.
beveelt ATG te gehengen en te gedogen dat de zonder toestemming van Siemens geïnstalleerde versies van het softwareprogramma NX van Siemens door een medewerker van Riscon Arnhem BV worden verwijderd van de aan ATG toebehorende in beslag genomen computer, onder toezicht van een deurwaarder die van de verwijdering een proces-verbaal zal opmaken;
4.3.
veroordeelt ATG hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, tot betaling aan Siemens ten titel van schadevergoeding van een bedrag bestaande uit de gederfde licentievergoeding ter hoogte van € 30.182,-.(zegge: dertigduizend honderdtweeëntachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.4
veroordeelt ATG hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn
bevrijd, tot betaling aan Siemens van een vergoeding voor redelijke kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid in verband met de inbreuk ter hoogte van € 2.500,- (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.5
veroordeelt ATG hoofdelijk om aan Siemens een dwangsom te betalen, ter grootte van € 25.000 (zegge: vijfentwintigduizend euro) per overtreding dat ATG in strijd met het bevel onder 4.1 handelt, tot een maximum van € 75.000,- is bereikt;
4.6
wijst het overigens gevorderde af, behoudens de veroordelingen onder 4.8 en 4.9;
In reconventie
4.7
wijst de vorderingen af;
In conventie en in reconventie
4.8
veroordeelt ATG hoofdelijk tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Siemens tot een bedrag van € 25.000,-;
4.9
verklaart de veroordelingen en de bevelen als genoemd in 4.1 tot en met 4.5 alsmede 4.8 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2018. [1]

Voetnoten

1.type: