Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 19 maart 2018 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
- Eiser heeft de werkzaamheden rondom het offerteproces bij eDU overgenomen van een vertrokken collega;
- Op 26 september 2016 mailt eiser zijn leidinggevende over een (naar zijn idee) vreemde factuur en rapportage die hij van een collega bij eDU heeft gekregen. Eiser geeft aan dat hij bij derden (twee auditors en een controller) advies heeft ingewonnen en dat hem is geadviseerd om alleen onder protest de facturen te ontvangen indien hij hiervoor van hogerop opdracht krijgt. Eiser benadert zijn leidinggevende, omdat deze volgens het intranet (ook) de manager van de betreffende collega bij eDU is;
- Op 3 oktober 2016 mailt eisers leidinggevende:
- Op 4 oktober 2016 mailt eiser dat hij (1) nergens heeft kunnen vinden dat de betreffende collega programmamanager is, en (2) dat niet duidelijk is of deze collega gemandateerd is;
- Op 7 oktober 2016 mailt eiser zijn leidinggevende over een verzoek van dezelfde collega om een betaalopdracht te verstrekken. Volgens eiser is er echter sprake van een verschil tussen het bedrag in de offerte en het bedrag waarvoor hij een akkoord moet geven. Eiser geeft aan dat hij de eDU werkzaamheden graag wil terugleggen bij zijn leidinggevende, omdat dit ingaat tegen zijn principes en de wijze waarop hij als ambtenaar hoort te werken;
- Op 10 oktober 2016 mailt eisers leidinggevende dat hij een en ander heeft nagevraagd, dat de betreffende collega bij eDU gemandateerd is en dat eiser de verzoeken van deze persoon kan uitvoeren;
- Op 10 oktober 2016 mailt eiser zijn leidinggevende dat de opdrachten vanuit eDU niet altijd conform reguliere afspraken worden aangeleverd en dat hij daarom niet alle werkzaamheden kan uitvoeren. Eiser verwijst naar zijn e-mail van 7 oktober 2016 en herhaalt dat hij de eDU werkzaamheden daarom teruglegt bij zijn leidinggevende.
- Er is een offerte van 15 november 2016 over de verhuizing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) naar Roermond. De offerte heeft betrekking op ICT-werkzaamheden die worden uitgevoerd door en onder regie van de Dienst ICT Uitvoering (DICTU). In de offerte staat dat de werkzaamheden op verzoek van de opdrachtgever reeds zijn gestart;
- Eiser stuurt op 16 november 2016 een e-mail met opmerkingen over de offerte aan zijn leidinggevende en de projectleider van DICTU. Eiser geeft in de e-mail onder meer aan dat er geen opdracht ligt om alvast te starten met de werkzaamheden en dat hij niet geassocieerd wenst te worden met werkzaamheden waarvoor hij geen opdracht heeft gegeven;
- Op 1 december 2016 stuurt eiser een e-mail naar onder meer de projectleider en relatiemanager van DICTU. Hierin geeft hij aan dat de voortgangsrapportages onduidelijk zijn ten aanzien van de werkzaamheden en kosten. Om de continuïteit te waarborgen, wordt er een voorschot verstrekt van € 10.000,-;
- De relatiemanager van DICTU mailt eiser op 2 december 2016 dat eiser nog geen akkoord heeft gegeven voor de offerte ‘fase 2’, dat eiser hierover nog heel wat vragen heeft, maar dat het op korte termijn niet lukt om deze vragen te beantwoorden. Ook geeft zij aan dat het voorschot van € 10.000,- niet voldoende is om de continuïteit te waarborgen;
- Op 4 december 2016 laat eiser de relatiemanager van DICTU weten dat de gegeven opdrachten het maximale zijn wat hij kon verstrekken, gelet op de door hem verkregen akkoorden;
- De projectleider van DICTU laat eiser op 5 december 2016 per e-mail weten dat hij het niet eens is met die laatste opmerking van eiser en dat eiser van hem een akkoord had kunnen krijgen op de offerte. Volgens de projectleider heeft een verschuiving in de planning in Roermond een hele grote impact op andere geplande verhuizingen, is een vertraging dus niet wenselijk, en gaat hij ervan uit dat er heel snel een oplossing komt voor het probleem;
- Eisers leidinggevende stuurt op 6 december 2016 een e-mail naar eiser over de opmerking uit de offerte dat er opdracht is gegeven voor de start van de werkzaamheden. Volgens de leidinggevende heeft de projectleider van DICTU informeel akkoord gegeven voor de start van de werkzaamheden. Dit is volgens de leidinggevende niet hoe het normaal gesproken gaat, maar dit is wat de leidinggevende betreft
- Op 6 december 2016 mailt eiser naar zijn leidinggevende dat de opmerking dan uit de offerte kan, zodat deze niet meer aan eiser gerelateerd kan worden;
- Eisers leidinggevende antwoordt op 7 december 2016 dat hij met de betrokkenen heeft gesproken en dat hij op basis daarvan geen bezwaren meer ziet.
- Op 7 december 2016 stuurt eiser een e-mail naar de divisiemanager van DICTU over de opmerking in de offerte dat er opdracht is gegeven voor de start van de werkzaamheden. Volgens eiser raakt deze opmerking hem persoonlijk, terwijl hij geen opdracht heeft gegeven voor deze werkzaamheden. Voor een akkoord voor de offerte vanuit de opdrachtgever
- Op 7 december 2016 mailt de divisiemanager van DICTU aan eiser dat de door eiser aangehaalde zinsnede niet is gericht op eiser als persoon.
- Vervolgens stuurt eiser diezelfde dag weer een e-mail naar de divisiemanager van DICTU waarin hij verzoekt om die toelichting in de offerte op te nemen.
- Op 9 december 2016 antwoordt de divisiemanager van DICTU dat het in zijn perceptie geen integriteitskwestie is. Volgens de divisiemanager is het ook niet op eiser gericht, omdat een ander persoon als opdrachtgever staat benoemd in het document.
- Eiser mailt op 12 december 2016 aan de divisiemanager van DICTU dat ze er helaas niet uitkomen. Eiser laat weten dat hij de kwestie inmiddels heeft neergelegd bij de algemeen directeur van DICTU;
- Op 13 december 2016 (07:39 uur) stuurt de divisiemanager van DICTU een e-mail aan onder meer de leidinggevende van eiser. Onder verwijzing naar de mailwisseling met eiser vraagt hij of het formaliseren van de offerte nu kan worden overgenomen van eiser;
- Op 13 december 2016 (09:19 uur) vraagt de projectleider van DICTU aan eiser en eisers leidinggevende om een akkoord te geven op de offerte. Een collega van eiser heeft diezelfde dag (10:06 uur) het akkoord gegeven.