Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2017 uitspraak gedaan over de aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimten die was opgelegd aan een groothandel in aardappelen, groente en fruit. De belanghebbende, die voor 75% uit verkoopactiviteiten en voor 25% uit bewerkingsactiviteiten bestond, had bezwaar gemaakt tegen de indeling in de bedrijfscategorieën voor de zuiveringsheffing. De heffingsambtenaar had de groothandel ingedeeld in de restcategorie (klasse 8) in plaats van de door belanghebbende aangegeven categorie 'groentewasserij' (klasse 7). De rechtbank oordeelde dat de indeling van de heffingsambtenaar terecht was, omdat de groothandel niet volledig kon worden ingedeeld in de categorie 'groentewasserij' en er geen gescheiden afvalwaterstromen waren. De rechtbank concludeerde dat de aanslag correct was vastgesteld op € 3.571,20, en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.