ECLI:NL:RBZWB:2017:8788
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verzoek tot verwijdering persoonsgegevens van gemeentelijke website
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, dat zijn verzoek om verwijdering van persoonsgegevens van de gemeentelijke website heeft afgewezen. Het verzoek was gedaan op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en betrof de vermelding van zijn initialen, achternaam en oude adresgegevens in de besluitenlijst van de gemeente. De rechtbank heeft op 17 februari 2017 de zitting gehouden, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder werd vertegenwoordigd door mr. A.H.G. Knops.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de persoonsgegevens openbaar heeft gemaakt conform artikel 60 van de Gemeentewet, en dat er geen geheimhouding was opgelegd op basis van artikel 55. Eiser heeft aangevoerd dat de openbaarmaking van zijn persoonsgegevens in strijd is met de Wbp en dat deze openbaarmaking niet opweegt tegen zijn recht op privacy. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de openbaarmaking van de persoonsgegevens in dit geval gerechtvaardigd was, omdat er geen omstandigheden waren die een uitzondering op de openbaarmakingsplicht rechtvaardigden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gegevens van eiser niet feitelijk onjuist waren en dat de openbaarmaking niet in strijd was met het openbaar belang. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 maart 2017, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.