Op 25 januari 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanslag leges voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een vleeskuikenstal. De belanghebbende had op 30 oktober 2014 een omgevingsvergunning aangevraagd, waarvoor de heffingsambtenaar leges in rekening had gebracht op basis van de Legesverordening van de gemeente. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor water- en voervoorzieningen niet onlosmakelijk verbonden zijn met het bouwwerk en daarom niet tot de bouwkosten gerekend kunnen worden. De kosten van het ventilatiesysteem daarentegen, dat onlosmakelijk met het gebouw is verbonden, behoren wel tot de bouwkosten.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en verminderde de aanslag leges tot € 14.311,98. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende ter hoogte van € 990 en moest het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.