Uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
Nu belanghebbende niet de vereiste aangiften heeft gedaan, dient de bewijslast te worden omgekeerd en verzwaard. De inspecteur stelt voorts dat de omzetcorrecties berusten op een redelijke schatting. De vergrijpboeten zijn terecht aan belanghebbende opgelegd nu sprake is van het opzettelijk en op listige wijze verzwijgen van omzet door de aandeelhouders. Zowel hun handelen als de bij hen aanwezige opzet dient te worden toegerekend aan belanghebbende.
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslagen tot respectievelijk € 10.541 en € 18.138 en bepaalt dat de belastingrente dienovereenkomstig moet worden verminderd;
- vermindert de vergrijpboeten tot respectievelijk € 8.537 en € 14.691;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 494;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van een schadevergoeding aan belanghebbende ten bedrage van € 1.000;
- draagt de inspecteur op het betaalde griffierecht van € 334 aan belanghebbende te vergoeden.