Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 31 maart 2017 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[Naam bedrijf] , te [Vestigingsplaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
In het bestemmingsplan Princenhage is rekening gehouden met de toegang tot dit perceel. (…) Daarnaast is de gemeente bezig met de herontwikkeling van de gronden aan de Liesboslaan en in de verkaveling is uitdrukkelijk rekening gehouden met de toegankelijkheid naar het perceel van [Naam bedrijf] Met andere woorden: voor [Naam bedrijf] is er na de ontwikkeling van deze gemeentelijke percelen fysiek en juridisch toegang tot het perceel.” Ter zitting heeft het college verder verklaard dat nu eiseres geen concreet bouwplan heeft ingediend, er nog niet is gekeken naar de concreet benodigde ontsluiting. Verder heeft het college erop gewezen dat de ontsluitingen aan de Liesboslaan ten behoeve van omgevingsvergunningen voor andere bouwplannen feitelijk zijn gerealiseerd.