Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“Verwaltung einiges Vermögen Bankkonto bei ABN AMRO Bank Basel”In de bijgevoegde “By‑Laws” is onder meer het volgende opgenomen:
In uw brief stelt u dat uit beschikbare informatie naar voren komt dat cliënt vermoedelijk als “gerechtigde” betrokken is (geweest) bij een Liechtensteinse “Stiftung”. Mijn cliënt heeft daar slechts een beperkte herinnering aan. In het verleden heeft cliënt wel te maken gehad met een stichting in Liechtenstein, maar hij weet niet hoe hij zijn juridische betrokkenheid zou moeten duiden. Voor het overige beschikt cliënt over geen van de door u ter inzage gevraagde documenten. Hij heeft in het geheel geen stukken die op een dergelijke stichting betrekking hebben.”Daarna volgen diverse briefwisselingen tussen (de gemachtigde van) de echtgenoot en de inspecteur.
3.Geschil
- Zijn de navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2001 t/m 2005 terecht aan belanghebbende opgelegd? Deze vraag spitst zich toe op de vragen of belanghebbende voor de onderhavige jaren de vereiste aangifte IB/PVV heeft gedaan en, zo nee, of sprake is van omkering van de bewijslast.
- Is de verlengde navorderingstermijn van toepassing, en zo ja, heeft de inspecteur voldoende voortvarend gehandeld bij het opleggen van de navorderingsaanslagen?
- Is er sprake van een zogenaamde redelijke schatting?
- Zijn de beschikkingen heffingsrente terecht en tot de juiste bedragen vastgesteld?
- Heeft belanghebbende recht op een vergoeding voor (im)materiële schade?
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over 2001 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 152.755 en handhaaft de overige elementen van de aanslag en vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over 2002 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 158.865 en handhaaft de overige elementen van de aanslag en vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over 2003 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 165.220 en handhaaft de overige elementen van de aanslag en vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over 2004 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 171.828 en handhaaft de overige elementen van de aanslag en vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over 2005 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 178.701 en handhaaft de overige elementen van de aanslag en vermindert de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig;
- wijst het verzoek om (immateriële) schadevergoeding af;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 2.754;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: