In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. T.P. Boer, beroep ingesteld tegen een besluit van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van 22 maart 2016, waarin haar bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft op 1 december 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres ontving haar post van DUO digitaal en stelde dat zij te laat kennis had genomen van het primaire besluit, wat volgens haar zou leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding. DUO betwistte dit en stelde dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van haar bezwaar.
Tijdens de zitting op 20 oktober 2016 in Breda heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres voerde aan dat haar slechte relatie met haar vader en de emotionele impact daarvan haar in de weg stonden om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij door deze omstandigheden niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat DUO het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk had verklaard.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 december 2016, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.