5.3De rechtbank heeft zich ter zitting door het UWV laten voorlichten over de gevolgde werkwijze. Namens het UWV is verklaard dat op basis van de aandoening een aantal functies worden geselecteerd, die zijn opgenomen in het zogenoemde Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). De functies die worden geselecteerd worden geacht geschikt te zijn voor mensen met de betreffende aandoening. Er is een ‘Werkwijzer indicatie banenafspraak’, en bij de multidisciplinaire intake wordt een tabel als hulpmiddel gebruikt.
Omdat het CBBS-functies zijn is, zo is ter zitting verklaard, minder aandacht besteed aan mentale belastbaarheidsaspecten. Naar aanleiding van de vraag of in die werkwijze niet het risico bestaat dat indicatieaanvragers worden voorgesorteerd op bepaalde functies waar zij niet geschikt voor zijn, is verklaard dat het maatwerk zit in de beoordeling door de verzekeringsarts en door de arbeidsdeskundige.
Met betrekking tot eisers situatie vraagt de rechtbank zich af of eiser, voor wie aanvullende beperkingen zijn vastgesteld waar het prikkels betreft, kan functioneren in een ruimte met 17 werkplekken. Noch in de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige, noch ter zitting is daar opheldering over verschaft.
Eiser heeft in dit verband verwezen naar een voorbeeld in het Compendium Participatiewet, waar is opgemerkt: “
Voor een persoon die snel is afgeleid is een enigszins afgeschermde werkplek aan te bevelen zodat hij weinig visuele en auditieve prikkels te verwerken krijgt.” In een rapportage van 19 juli 2016 heeft de bezwaararbeidsdeskundige daarover opgemerkt dat per werkplek en per individu per functie en ter plekke gekeken moet worden of aanpassing noodzakelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank kan, zolang dat onderzoek niet is verricht en tot een positieve uitkomst heeft geleid, niet worden gezegd dat eiser de functie van productiemedewerker kan verrichten.
Met betrekking tot de begeleiding heeft de bezwaarverzekeringsarts overwogen dat eiser behoefte heeft aan persoonlijke begeleiding. Het kan enige tijd duren eer hij dingen heeft verwerkt. Tegen de tijd dat het zover is, heeft hij vaak nog vragen. Hij moet dat kunnen bespreken met een begeleider.
Waar volgens de rapportage van de arbeidsdeskundige de verzekeringsarts desgevraagd verklaarde dat het aanleren van vaardigheden en het geven van instructies aan eiser van een reguliere werkgever verwacht mag worden, wordt naar het oordeel van de rechtbank voorbij gegaan aan de behoefte aan persoonlijke begeleiding en aan de extra tijd die eiser nodig heeft om hem in te werken, vragen te laten stellen en zaken te kunnen bespreken met een begeleider. Het mag zo zijn dat eiser geen behoefte heeft aan specifieke begeleiding die volcontinue aanwezig is bij eenvoudige en routinematige werkzaamheden, zoals de bezwaararbeidsdeskundige verklaart, de rechtbank leidt uit de rapportages af dat er wel behoefte is aan frequente persoonlijke begeleiding waarvan aannemelijk is dat die de bij een reguliere werkgever gebruikelijke begeleiding overstijgt.
7. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit lijdt aan een motiveringsgebrek en dat het met name een deugdelijke arbeidskundige grondslag mist. Het beroep is om die reden gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
8. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen, de zogeheten 'bestuurlijke lus'. De rechtbank ziet aanleiding om van deze mogelijkheid gebruik te maken en zal het UWV in de gelegenheid stellen om alsnog de opvatting dat eiser, met de door de bezwaarverzekeringsarts vastgestelde beperkingen, in staat is het minimumloon te verdienen van een deugdelijke arbeidskundige onderbouwing te voorzien. Het UWV dient de ‘Werkwijzer indicatie banenafspraak’ over te leggen.
De rechtbank zal daarna beoordelen of de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen blijven.
9. De rechtbank zal de termijn waarbinnen verweerder het gebrek kan herstellen bepalen op vier weken. Als het UWV hiervan geen gebruik wil maken, dan dient het UWV dit binnen twee weken aan de rechtbank mee te delen. Als het UWV wel gebruik maakt van die gelegenheid, zal de rechtbank eiser in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van het UWV. Daarna zal de rechtbank in beginsel zonder tweede zitting einduitspraak doen.
10. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak. Dat laatste betekent ook dat zij over de vergoeding van het griffierecht en de proceskosten nu nog geen beslissing neemt.