In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juli 2016, werd het beroep van eiseres tegen het ontslag wegens functionele ongeschiktheid behandeld. Eiseres, werkzaam bij de gemeente Breda, had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 november 2015, waarin haar ontslag werd aangekondigd. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders voldoende bewijs had geleverd dat eiseres ongeschikt was voor haar functie als Allround Medewerker Gegevensbeheer, voornamelijk door een te hoog foutpercentage bij het muteren van gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). Eiseres betwistte de kern van haar werkzaamheden en de frequentie van voortgangsgesprekken, maar de rechtbank concludeerde dat zij voldoende was geconfronteerd met haar functioneren en dat er voldoende begeleiding was aangeboden. De rechtbank stelde vast dat het college bevoegd was om het ontslag te verlenen en dat het bestreden besluit in rechte stand kon houden. Eiseres had ook verzocht om een ontslagvergoeding, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om ontslagvergoeding af.