Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had zijn auto geparkeerd op een grasveld dat als overloopterrein fungeert, nadat hij een bord had gepasseerd dat het begin van de betaald parkeerzone aangaf. De heffingsambtenaar constateerde dat er geen parkeerkaartje zichtbaar was en legde een naheffingsaanslag op van € 61,20. De rechtbank oordeelde dat het bord voldoende duidelijk was en dat er geen verplichting bestond om herhalingsborden of extra informatieborden te plaatsen bij de toegang tot het overloopterrein. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om zich te informeren over de geldende parkeerregels. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat hij onvoldoende had gedaan om zich op de hoogte te stellen van het parkeerregime ter plaatse. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.