Op 14 juli 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.T.F. van Berkel, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 3 december 2015, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor het vergroten van een cafetaria aan de Steenbergseweg 70 te Lepelstraat. De eiser betwistte de vergunning op basis van strijd met het bestemmingsplan, dat een maximaal bebouwd oppervlak van 90 m² voorschrijft. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waarbij het college zich liet vertegenwoordigen door mr. B.A.M. Suijkerbuijk.
Tijdens de zitting op 2 juni 2016 heeft de rechtbank vastgesteld dat de eiser aanvoert dat de uitbreiding van de cafetaria niet past binnen het landelijke karakter van de omgeving en dat de vergunning niet verleend had mogen worden. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser tegen de vergunning beoordeeld, waaronder de toepassing van de krijtstreepmethode en de vraag of de vergunningsvrij gerealiseerde uitbreiding moet worden meegerekend bij de berekening van het maximaal toegestane bebouwde oppervlak.
De rechtbank concludeert dat de vergunning voor de uitbreiding van de cafetaria niet in strijd is met het bestemmingsplan, omdat het totale vergunningsplichtige oppervlak niet boven de 90 m² uitkomt. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.