Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 1] tot € 224, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 2] tot € 147, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 3] tot € 589, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 4] tot € 299, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 5] tot € 337, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 6] tot € 269, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 7] tot € 137, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 8] tot € 895 en de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 9] tot € 472;
- veroordeelt de Minister van Veiligheid en Justitie tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbenden tot bedragen van – voor ieder van hen – eenmaal € 500;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende 1 tot een bedrag van € 8.040;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende 2 tot een bedrag van € 1.005;
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;