Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 14 maart 2016 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser1] , te [woonplaats] , eiser in de zaak 15/1520 WMO,
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van alle eisers met uitzondering van [naam eiser1] overweegt de rechtbank het volgende.
Inzake eiser [naam eiser1] overweegt de rechtbank het volgende.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij de proceskosten in bezwaar zijn vastgesteld op € 183,75 per persoon;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit in die zin dat het college € 210,- per eiser moet vergoeden aan proceskosten in bezwaar;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 45,- aan iedere eiser(es) te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten in de beroepen van eisers tot een totaalbedrag van € 2.232,-.