In deze zaak hebben de eiseressen, Roem van Yerseke B.V., Mosselbank B.V. en De Koning Mosselkweek B.V., beroep ingesteld tegen besluiten van de Staatssecretaris van Economische Zaken inzake vergunningen voor het vissen van mosselzaad met een mosselzaadinvanginstallatie (MZI) voor de periode van 2010 tot 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen juiste inventarisatie van te compenseren eigendom heeft plaatsgevonden, omdat niet is nagegaan wat de eiseressen aan eigendom hadden op 1 oktober 2004. De rechtbank oordeelt dat de waarde van de economische belangen niet automatisch gelijk is aan de investeringen die zijn gedaan. De rechtbank laat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand, omdat de eiseressen in de pionierfase vóór 1 oktober 2004 geen eigendom in de zin van artikel 1 van het EP hebben opgebouwd. De rechtbank concludeert dat er geen verhandelbare rechten zijn opgebouwd, aangezien er voor 1 oktober 2004 geen vergunningplicht was voor het vissen met een MZI. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten, maar laat de rechtsgevolgen in stand, en veroordeelt de Staatssecretaris tot vergoeding van griffierechten en proceskosten.