ECLI:NL:RBZWB:2016:123
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering en geschil over arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV van 1 mei 2015, waarbij zijn Ziektewet (ZW)-uitkering per 12 januari 2015 is beëindigd. De rechtbank heeft op 7 januari 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M. Akça-Altun, heeft aangevoerd dat het UWV ten onrechte zijn uitkering heeft beëindigd en dat zijn beperkingen niet correct zijn vastgesteld. Tijdens de zitting op 27 november 2015 in Breda is eiser verschenen, samen met een tolk in de Turkse taal. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser 52 weken arbeidsongeschikt is geweest en dat het UWV terecht heeft beoordeeld of hij in staat was om met algemeen geaccepteerde arbeid meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen. De rechtbank heeft de medische rapportages van de verzekeringsartsen en bezwaarverzekeringsartsen van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat de vastgestelde beperkingen niet te gering zijn. Eiser heeft geen medische informatie overgelegd die zijn klachten kan objectiveren. De rechtbank heeft de belastbaarheid van eiser vastgesteld op basis van de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 24 oktober 2014. De rechtbank heeft ook het arbeidskundig onderzoek van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat de geduide functies binnen de belastbaarheid van eiser vallen. Eiser heeft geen onderbouwing gegeven voor zijn stelling dat zijn belastbaarheid in de geduide functies wordt overschreden. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het UWV op goede gronden de ZW-uitkering heeft beëindigd en heeft het beroep ongegrond verklaard.