Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de aftrek van voorbelasting op zonnepanelen. De belanghebbende had zonnepanelen laten installeren en verzocht om teruggaaf van de omzetbelasting die hij had betaald bij de aanschaf. Echter, het verzoek om teruggaaf werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende niet binnen de gestelde termijn van drie maanden na afloop van het kwartaal waarin de investering was gedaan, de omzetbelasting had teruggevraagd. De rechtbank oordeelde dat de termijn van drie maanden niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel en dat lidstaten formele eisen mogen stellen aan de aftrek van voorbelasting, zoals bevestigd door de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur terecht het verzoek om teruggaaf niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van verzoeken om teruggaaf en de noodzaak om te voldoen aan de formele eisen die door de wet zijn gesteld.