ECLI:NL:RBZWB:2015:6768
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Medische noodzaak voor vergoeding van geneesmiddel Lipitor door zorgverzekeraar
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. A.B. Noordhof, vergoeding van de kosten van het geneesmiddel Lipitor 40 van gedaagde zorgverzekeraar, vertegenwoordigd door mr. S.A.M. Clijsen. Eiser stelde dat er sprake was van een medische noodzaak voor het gebruik van Lipitor, omdat hij bijwerkingen had ervaren van de goedkopere variant Atorvastatine, die door gedaagde werd vergoed. Eiser had een zorgverzekering bij gedaagde en vorderde nakoming van de zorgverzekeringsovereenkomst, die hem recht gaf op vergoeding van zorgkosten. Gedaagde weigerde de vergoeding met het argument dat Lipitor niet meer vergoed werd omdat Atorvastatine als voorkeursgeneesmiddel was aangewezen. De kantonrechter oordeelde dat het in beginsel aan de arts is om te bepalen of er sprake is van medische noodzaak. De behandelend cardioloog had expliciet Lipitor voorgeschreven vanwege de bijwerkingen van Atorvastatine. De rechter verwierp het verweer van gedaagde dat er geen medische noodzaak was, omdat eiser het middel Atorvastatine van een andere fabrikant had gebruikt. De rechter oordeelde dat gedaagde gehouden was om de kosten van Lipitor te vergoeden, omdat de medische noodzaak was vastgesteld door de arts. De vordering van eiser werd toegewezen, en gedaagde werd veroordeeld tot vergoeding van de kosten van Lipitor met terugwerkende kracht.