In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2015 uitspraak gedaan over de beroepen van verschillende politieambtenaren tegen besluiten van de korpschef met betrekking tot hun functieovergang binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). De eisers, die allen werkzaam zijn als docent, hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van 14 mei 2014, waarin hen de LFNP-functie 'Docent B' is toegekend, met de stelling dat deze besluiten onbevoegd zijn genomen en dat de transponeringstabel, die als basis voor de besluiten dient, geen algemeen verbindend voorschrift (avv) is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef bevoegd was om de besluiten te nemen en dat de transponeringstabel als avv kan worden aangemerkt. De rechtbank overweegt dat de korpschef geen ruimte heeft om de hardheidsclausule toe te passen, omdat de indeling van de functies in het domein Ondersteuning een bewuste keuze is geweest. De rechtbank concludeert dat de bestreden besluiten in stand kunnen blijven en verklaart de beroepen ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij de toepassing van de transponeringstabel en de rol van de korpschef in het matchingsproces.