Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak gaat het om de heffing van forensenbelasting voor eigenaren van gemeubileerde vakantiewoningen. De belanghebbende, eigenaar van een vakantiewoning, is betrokken in een geschil over de rechtmatigheid van de opgelegde forensenbelasting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeentelijke wetgever niet in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel door eigenaren van vakantiewoningen op gehuurde grond uit te zonderen van de forensenbelasting, terwijl zij wel onder de toeristenbelasting vallen. De rechtbank stelt vast dat de keuze van de gemeentelijke wetgever om deze eigenaren uit te zonderen van de forensenbelasting is ingegeven door de wens om cumulatie van belastingheffing te voorkomen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van onredelijke of willekeurige belastingheffing en dat de heffingsambtenaar op juiste wijze heeft gehandeld. De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 1 april 2015 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.