In de zaak met procedurenummer C/02/290638 / HA RK 14-229 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2015 een beschikking gegeven inzake een wrakingsverzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. I.A. Groenendijk. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een openbare terechtzitting op 10 november 2014, waar de rechters mr. K.M. de Jager, mr. C.J.G.M. van der Weide en mr. J.B. Smits zitting hadden. De verzoeker was in een strafzaak van het Openbaar Ministerie met parketnummer 12/700441-11 betrokken. Tijdens de zitting op 10 november 2014 werd een verzoek tot aanhouding gedaan, dat door de rechters werd afgewezen. De raadsman van verzoeker stelde dat de rechters vooringenomen waren, omdat zij het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk hadden moeten verklaren. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechters hadden een belangenafweging gemaakt en hun beslissing was niet onbegrijpelijk. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, en de behandeling van de strafzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing.