ECLI:NL:RBZWB:2014:7072
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wijziging geboortedata in gemeentelijke basisadministratie
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland, waarin zijn verzoek om de geboortedata van zijn echtgenote en zes kinderen te wijzigen in de gemeentelijke basisadministratie werd afgewezen. Het bestreden besluit dateert van 19 februari 2014 en is op 3 maart 2014 verzonden. Eiser heeft aangevoerd dat zijn gezinsleden problemen ondervinden bij het verkrijgen van zorgtoeslag en studiefinanciering door het ontbreken van reële geboortedata. Hij beroept zich op de Wet basisregistratie personen (Wbp), die op 6 januari 2014 in werking is getreden, en stelt dat deze wet ook van toepassing moet zijn op eerdere inschrijvingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inschrijving van de echtgenote en kinderen van eiser in de gemeentelijke basisadministratie heeft plaatsgevonden onder de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet gba). De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is benadrukt dat gegevens in de basisadministratie betrouwbaar en duidelijk moeten zijn. Voor wijziging van geregistreerde gegevens moet onomstotelijk vaststaan dat deze feitelijk onjuist zijn.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is, omdat hij in de bezwaarfase noch in de beroepsfase de juiste brondocumenten heeft overgelegd die zijn verzoek zouden onderbouwen. De rechtbank kan de innerlijke waarde van de wet niet toetsen en kan alleen beoordelen of de wetgeving in overeenstemming is met internationale rechtsbeginselen, wat eiser niet heeft aangetoond. De rechtbank wijst erop dat er geen ongerechtvaardigd onderscheid is tussen oude en nieuwe gevallen, en dat de wetgever geen regeling heeft getroffen voor terugwerkende kracht van inschrijvingen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J.M. van Lanen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2014. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.