2.15.De volgende door belanghebbende gestelde uitgaven voor monumentenpanden zijn in geschil:
- Vervanging kastenwand slaapkamer € 6.492. Belanghebbende heeft wel gesteld maar niet aannemelijk gemaakt dat de nieuwe kast noodzakelijk was vanwege slijtage van de oude kasten of anderszins dat sprake was van onderhoud.
- Kleine uitgaven € 3.184,35. Belanghebbende heeft facturen en bonnetjes overgelegd. Voor de bonnetjes geldt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gekochte materialen zijn gebruikt voor werkzaamheden die er toe hebben gestrekt de panden in bruikbare staat te herstellen of te houden. Daarnaast is er één bon die betrekking heeft op [adres 19/19a].
- Factuur [Keukenzaak] gedateerd 6 maart 2008 van € 435,73. Belanghebbende heeft alsnog een bankafschrift overgelegd waaruit blijkt dat de factuur op 27 maart 2008 is voldaan. De inspecteur betwist niet dat ten aanzien van deze kosten sprake is van onderhoud. Dat belanghebbende voormelde kosten al in 2007 in aftrek heeft gebracht, betekent niet dat belanghebbende deze kosten in het jaar (2008) van betaling niet in aftrek mag brengen.
[adres 19a] (woning)
- Factuur [schildersbedrijf] gedateerd 8 juli 2008 van € 4.675,40 voor werkzaamheden aan het pand [adres 19/19a]. Belanghebbende heeft gesteld dat sprake was van buitenonderhoud. Dat is niet aannemelijk nu ook sprake is van huur van een schuurmachine voor de vloer en van verfrollers voor de vloer en kwasten voor vloerlak. In elk geval staat er binnenschilderwerk op de factuur en dat is niet aftrekbaar tenzij het samenhangt met ander onderhoud en dat is niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank acht wel aannemelijk gemaakt dat het stucwerk toilet (€ 199 + 6% omzetbelasting = € 210,94) betrekking heeft op onderhoud. Belanghebbende heeft overigens ook niet aannemelijk gemaakt dat de kosten alleen betrekking hadden op het woondeel van het pand. Als al enig bedrag aftrekbaar is, moet onderscheid worden gemaakt tussen binnenverfwerk (niet aftrekbaar) en buitenverfwerk (wel aftrekbaar) en tevens met toerekening aan het woon- en winkeldeel. Belanghebbende heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat meer aftrekbaar is dan de hiervoor genoemde € 210,94.
- Factuur klusbedrijf [klusbedrijf] € 1.691,23. De factuur is niet gedateerd en er is geen bewijs van betaling overgelegd. Belanghebbende heeft aldus niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van onderhoudskosten die in 2008 zijn betaald.
- Factuur klusbedrijf [klusbedrijf] € 288,58, gedateerd 14 januari 2008. De inspecteur heeft in het verweerschrift aangegeven dat dat bedrag wordt geaccepteerd.
- Kosten opstalverzekering € 731,62. Het betalingsbewijs vermeldt “[adres 19/19a]”. Ter zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen dat een bedrag van 4/5 van € 731,62 = € 585,30 aan het woningdeel kan worden toegerekend.
- Factuur [X Veilingen] van € 799,25. De rechtbank acht wel aannemelijk dat dit bedrag betrekking heeft op het woondeel (nr. 19a), hoewel de factuur is geadresseerd aan het winkeldeel (19). Belanghebbende heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van onderhoudskosten of lasten als bedoeld in artikel 6.31 van de Wet IB 2001. Er staan badkamerspullen op de factuur, maar er is niets gesteld over de staat van de eerder bestaande badkamer. Bovendien heeft belanghebbende geen betalingsbewijs overgelegd. Indien de factuur is betaald na 1 december 2008, moet rekening worden gehouden met het gegeven dat toen geen sprake meer was van een eigen woning en dus van een hoge aftrekdrempel.
- Nu de rechtbank heeft beslist dat sprake is van een eigen woning, moet rekening gehouden worden met afschrijving: 15% van het eigenwoningforfait dat zou gelden voor de woning in de periode tot december 2008. Het eigenwoningforfait berekent de rechtbank op 0,55% x € 100.000 x 11/12 = € 504,17 en de afschrijving op 15% daarvan of € 75,63.
- De in 2008 betaalde OZB en waterschapsbelasting bedragen respectievelijk € 193 en € 47, samen € 240 waarvan € 220 voor de periode tot december.
[adres 19a], woongedeelte box 3 (vanaf december 2008).
Er is geen grond voor enige aftrek, mede gezien de drempel van 4% x € 128.000 = € 5.120. De wet biedt niet de mogelijkheid van vermindering van de drempel naar tijdsgelang.
- De opstalverzekering is niet aftrekbaar omdat geen sprake is van een eigen woning.
- Voor de factuur van [schildersbedrijf] gedateerd 8 juli 2008 verwijst de rechtbank naar hetgeen is overwogen ten aanzien van het woongedeelte.