ECLI:NL:RBZWB:2014:5313
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- B.J. Duinhof
- J.B. Smits
- J.J.A. Groen
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen beslissing rechter-commissaris na verwijzing door meervoudige kamer niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2014 uitspraak gedaan in het kader van een bezwaarschrift tegen een beslissing van de rechter-commissaris. De verdachte, zonder vaste woon- of verblijfplaats, had bezwaar aangetekend tegen de beslissing van de rechter-commissaris die weigerde een projectplan aan de verdediging te verstrekken. Dit projectplan was door de officier van justitie aan het dossier toegevoegd, maar met weggestreepte passages. De verdediging stelde dat de rechter-commissaris het projectplan had moeten verstrekken, aangezien deze het had bevolen toe te voegen aan het dossier. De officier van justitie voerde aan dat de rechter-commissaris niet bevoegd was om zelfstandig stukken aan het dossier toe te voegen en dat het verzoek van de verdediging niet tot een onderzoekshandeling strekte.
De rechtbank overwoog dat het onderzoek ter terechtzitting op 6 december 2012 was aangevangen en dat de verwijzing naar de rechter-commissaris was gedaan om onderzoekswensen uit te voeren. Aangezien het onderzoek ter terechtzitting was begonnen, was de verdachte niet-ontvankelijk in het bezwaarschrift, zoals eerder in de jurisprudentie was aangenomen. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van 25 juli 2013 waarin een soortgelijke situatie was behandeld.
De rechtbank verklaarde de verdachte daarom niet-ontvankelijk in het bezwaarschrift, waarmee de beslissing van de rechter-commissaris werd bekrachtigd. Deze uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, onder leiding van de voorzitter, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.