Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
opzettelijkniet alle maatregelen heeft getroffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en/of de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding in samenhang bezien met het dossier, waarbij de rechtbank in het bijzonder wijst op de daarin aanwezige uitgebreide “processen-verbaal onderzoek Brzo”, voldoende duidelijk en concreet is waardoor de verdediging weet waartegen zij zich dient te verweren. Overigens is ter zitting uit hetgeen door de raadslieden en de vertegenwoordiger van verdachte inhoudelijk is aangevoerd, ook duidelijk gebleken dat het voor de verdediging duidelijk is geweest welke verwijten haar worden gemaakt.
zwijgrechttoekwam waar zij niet op gewezen is en dat
het nemo tenetur beginselniet is toegepast. Daarnaast werd met de onverplichte verstrekking van vertrouwelijke gegevens door de toezichthouders aan de opsporingsambtenaren van het Regionaal Milieu Team Zeeland de
geheimhoudingsplichtvan de toezichthouders en het recht op privacy van de betrokken natuurlijke personen en Dow geschonden.
zwijgrechtheeft de verdediging aangevoerd dat de toezichthouder voor de provincie Zeeland, [toezichthouder 1], tevens buitengewoon opsporingsambtenaar was onder de verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie. Deze toezichthouder had Dow
una via beginselgeen keuze heeft gemaakt tussen de voortzetting van het bestuursrechtelijk traject en het inslaan van de weg van het strafrecht waardoor geen
sfeerovergangheeft plaatsgevonden. Hierdoor werd Dow verplicht om aan de toezichthouder informatie te verstrekken – onder meer over de van de wil van Dow afhankelijk bestaande Root Cause Analyse (RCA) – terwijl er feitelijk ook strafrechtelijk bewijs werd vergaard zonder dat dit voor Dow kenbaar was. Op basis van bevindingen ten aanzien van de RCA is aan het Regionaal Milieu Team Zeeland opdracht gegeven om in samenwerking met toezichthouder [toezichthouder 1] een opsporingsonderzoek in te stellen, terwijl de provincie doorging met het aanwenden van haar bestuursrechtelijke bevoegdheden. In het kader van het toezicht zijn daarna diverse bedrijfsbezoeken afgelegd waarbij de provincie werd vertegenwoordigd door onder meer [toezichthouder 1]. Daarnaast werden door [toezichthouder 1] eveneens strafrechtelijke bezoeken afgelegd waarbij hij bewijs vergaarde. Getuigen die in een later stadium door [toezichthouder 1] werden gehoord, werden daarbij geconfronteerd met zijn eerdere bevindingen als toezichthouder.
geheimhoudingsplichtaangevoerd dat toezichthouder [toezichthouder 1] in strijd met artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gegevens aan de opsporingsambtenaren van het Regionaal Milieu Team Zeeland heeft verstrekt, terwijl niet is gebleken dat aan deze uitwisseling van gegevens een vordering of wettelijke titel ten grondslag heeft gelegen. Bovendien is volgens de verdediging op geen enkele wijze gebleken dat deze gegevensverstrekking in overeenstemming was met de Wet bescherming persoonsgegevens of ander wettelijke voorschrift. Met de onverplichte verstrekking van vertrouwelijke gegevens werd het recht op privacy van de betrokken natuurlijke personen en Dow – als bedoeld in artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM) – geschonden.
sfeerovergangtussen toezicht en opsporing heeft als belangrijkste consequentie dat de informatie die uit het toezicht komt als startinformatie, sturingsinformatie of als bewijs in een strafzaak kan worden gebruikt.
nemo tenetur beginsel. Het Nederlandse recht kent als zodanig geen onvoorwaardelijk recht of beginsel dat een verdachte op geen enkele wijze kan worden verplicht mee te werken aan voor hem mogelijk belastend materiaal.
het nemo tenetur beginselniet geschonden.
de overschrijding van de redelijke termijnheeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat die termijn inderdaad is overschreden maar dat, gelet op de omvang en complexiteit van het onderzoek, deze overschrijding alleszins redelijk is te noemen. Niet gezegd kan worden dat daarbij door het openbaar ministerie niet de nodige voortvarendheid betracht is.
zwijgrecht. Dit zwijgrecht is blijkens de jurisprudentie van de Hoge Raad en het EHRM absoluut, er zijn geen feiten of omstandigheden op grond waarvan hierop een uitzondering wordt gemaakt. Dit brengt met zich dat een verhorende ambtenaar verplicht is de verdachte voor ieder verhoor mee te delen dat hij niet tot antwoorden verplicht is. Bij een rechtspersoon dient de cautie aan zijn vertegenwoordiger te worden verleend. Als vertegenwoordigers van verdachte zijn in het voorbereidend onderzoek [productieleider 1] en [werknemer 7] gehoord. Aan hen is de cautie gegeven en alleen aan hen komt ook het zwijgrecht toe. De rechtbank is van oordeel dat aan de werknemers van Dow, die gehoord zijn als getuigen in het onderzoek, niet het zwijgrecht toekomt. In zoverre treft het verweer dan ook geen doel.
nemo tenetur beginselhoudt in dat een verdachte geen bewijs tegen zichzelf hoeft te leveren, maar volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is in het Nederlandse recht niet het beginsel of recht verankerd dat de verdachte op generlei wijze zou mogen worden verplicht tot medewerking aan het verkrijgen van mogelijk belastend bewijsmateriaal.
“of het gebruik tot het bewijs van een in een document vervatte verklaring van de verdachte in een strafzaak zijn recht om te zwijgen en daarmee zijn recht om zichzelf niet te belasten van zijn betekenis zou ontdoen”.
sfeeroverganghad dienen plaats te vinden, moet worden verworpen. Kennelijk is de verdediging van mening dat een keuze had moeten worden gemaakt en dat sfeercumulatie, waarbij sprake is van zowel bestuursrechtelijk toezicht als strafrechtelijk optreden, niet geoorloofd is. Deze stelling vindt geen steun in het recht. Recentelijk heeft de Hoge Raad nog geoordeeld (ECLI:NL:HR:2014:135) dat het bestaan van een verdenking niet in de weg staat aan het uitoefenen van controlebevoegdheden, mits daarbij de aan verdachte als zodanig toekomende waarborgen in acht worden genomen.
4.De beoordeling van het bewijs
- enerzijds de kans op incidenten zoveel mogelijk te verkleinen (de preventie) en
- anderzijds door de gevolgen van een eventueel incident zoveel mogelijk te beperken (de repressie).
- de toegepaste Layers Of Protection Analysis (LOPA);
- de daarmee samenhangende afwegingen per ontwerp, per fabriek, per installatie en per onderdeel van het systeem, alsmede
- de daaraan verbonden consequenties en getroffen maatregelen ter voorkoming van milieu- en veiligheidsincidenten.
onbeheerstein plaats van onbeheersbare ontwikkelingen.
- het bewustzijn van verdachte van de mogelijkheid dat een bepaald gevolg zal intreden (het kenniselement);
- de kans of mogelijkheid dat dit gevolg daadwerkelijk zal intreden, welke kans of mogelijkheid minst genomen aanmerkelijk moet zijn (het risico-element);
- de vorenbedoelde kans of mogelijkheid dient door verdachte willens en weten te zijn aanvaard (het wilselement).
Ten aanzien van feit 4 is aangevoerd dat alles er op gericht was geen verdere benzeendamp te laten ontsnappen. Risico’s op explosiegevaar, brandgevaar en gevaar voor blootstelling van werknemers van Dow en LRS zijn beperkt gebleven. Verder blijkt ook niet dat een explosieve gaswolk zich rondom de leiding had gevormd. Gelet hierop ontbreekt het bewijs dat Dow opzettelijk benzeendamp in de lucht heeft gebracht.
Verder blijkt niet dat lekkages en de getroffen maatregelen vanaf 19 augustus 2006 wel konden uitgroeien tot een onbeheersbare gebeurtenis en dus tot een zwaar ongeval.
Ten aanzien van de brand is aangevoerd dat gebleken is dat de beschermingslagen conform de LOPA wederom hun diensten hebben bewezen. De gemeentelijke brandweer is slechts gealarmeerd om een ladderwagen beschikbaar te hebben. Hieruit kan bezwaarlijk worden afgeleid dat een onbeheersbare situatie ontstond. Dat de brand tot een ramp had kunnen escaleren, zoals gesteld door de officier van justitie, mist feitelijke grondslag.
Ten aanzien van feit 6 is aangevoerd dat de officier van justitie terecht heeft gerekwireerd “dat een leiding lek raakt valt aan verdachte niet te verwijten”.
Het oordeel van de rechtbank
“02.12 Hottap, noodreparatie klembeugel injectie afsluiter”opgesteld [44] . Onder paragraaf 5.3 is vermeld:
De Ethyleen-2 fabriek bevond zich in zijn algemeenheid in goede staat.
Het ontsnapte kraakgas activeerde onmiddellijk de sensoren van de aanwezige sprinklerinstallatie waarmee het gas werd neergeslagen en verdund. Een noodstop van de installatie beëindigde de emissie waarna de bedrijfsbrandweer de situatie onder controle hield. Niet blijkt van enig effect buiten de inrichting van Dow. Evenmin blijkt van enig letsel of onaanvaardbare blootstelling aan een gasmengsel. De verdediging heeft hierbij gewezen op het rapport van de deskundige [deskundige 2].
Prof. [deskundige 2] heeft gerapporteerd dat alle geïmplementeerde beschermlagen in het kader van de LOPA functioneerden. Gelet op het rapport van [deskundige 2] ontstond er dan ook niet een onbeheersbare situatie zodat ook niet gesproken kan worden van een zwaar ongeval in de zin van het Brzo.
Ten aanzien van feit 10 betwist Dow dat voorschrift A7 opzettelijk is overtreden. Ten slotte is ten aanzien van feit 11 gesteld dat Dow om 5.57 uur de regionale brandweer heeft geïnformeerd. Kort nadien is het bevoegd gezag wel nader geïnformeerd.
“The strainer is not tagged; as a consequence repairs are not tracked in the GEMTS system”.
- set personally the standard on safe behavior – you know that your behavior will be magnified in the workplace
- revisit our organizations and see if your organizational set up promotes pro-active hazard identification and management
- ensure rapid and effective application of best safety practices.
- to delegate the management of complex risks down to a too low level within our organization
- to cling on to unsafe practices as others might do the same
- stop to sacrafice safety on the false believe that it will hinder productivity”.
Ten gevolge van drukopbouw is kraakgas vrijgekomen. Aanwezige detectoren reageerden daarop waarna de sprinklerinstallatie werd geactiveerd en de bedrijfsbrandweer binnen een kwartier ter plaatse was.
Ten aanzien van feit 12 is aangevoerd dat uit het enkele vrijkomen van gas uit de reboiler niet zonder meer het bewijs van opzet en concrete gevaarzetting kan volgen. De werkzaamheden van operator [werknemer 6] waren er juist op gericht verder lekverlies te voorkomen. Niet blijkt dat het vrijgekomen gas op een plek terecht kwam waar het daadwerkelijk kon branden, laat staan exploderen. Evenmin is gebleken dat [werknemer 6] of anderen zijn blootgesteld aan kraakgas.
Ten aanzien van de feiten 13 en 14 is aangevoerd dat niet is gebleken van relevante emissies bij de reboiler tot 19 september 2006. Verder behoefde Dow niet te twijfelen aan de reputatie en deskundigheid van de contractors. Waar het om gaat is dat het ontwerpsysteem van de installatie zodanig is dat geen ontoelaatbare drukopbouw kon plaats vinden. De verdediging heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat er met het ontwerp niets mis was, althans daarvan is niet gebleken. Dat gas ontsnapte was het gevolg van onvoorziene samenloop van technisch en menselijk falen. Dat het noodplan te laat in werking is getreden, is niet gebleken, één minuut nadat de gasdetectie werd geactiveerd, is de brandweer gewaarschuwd waarna deze gericht aan het werk kon.
Ten aanzien van feit 15 is aangevoerd dat niet is gebleken dat de melding aan bevoegd gezag om 12.35 uur te laat was.
Ten aanzien van de feiten 17 en 18 heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat Dow niet wist niet dat het spoelwater teveel MAK’s bevatte omdat daarop niet gemonitord is, waardoor onvoldoende vastgesteld kan worden dat gehandeld is in strijd met de vergunningvoorschriften. Niemand onderkende de afvoer naar de Biox als een bedrijfsactiviteit die meer dan nadelige gevolgen voor het milieu kon hebben dan onder normale bedrijfsomstandigheden was toegestaan.
2071485 735 495 356
Weliswaar moet geconstateerd worden dat menselijke fouten gemaakt zijn, maar door dimensionering van het gehele systeem zijn de gevolgen van het menselijk falen heel beperkt gebleven, zo heeft de deskundige [deskundige 2] geconcludeerd. Daarmee blijkt niet dat het menselijk falen tot onbeheersbaarheid heeft geleid en kon leiden. Tot een zwaar ongeval heeft dit niet kunnen uitgroeien.
- bij draaien van kritische steken en N2 pan CF-121 kans op EB spil
- bij trippen van de compressoren kans op vastlopen
- dichtvriezen CE-617
- foutieve N2-stroom tijdens downkoelen
- beschadiging Coils fornuizen tijdens downkoelen
- aromaten in CT-3/CD10
- aflopen van water naar CD-4 vanuit CD-2
- achterblijven van olie tijdens olievrij maken
- lage stroom olie ratio tijdens verstoringen op de EB verdamper.
“Set up LOPA scenarios for O2 in flare system and determine whether the current lines of defense are sufficient” [155] .
“Operator uses critical procedure with sign-off to make sure all necessary precautions are take before the introduction of air” [156] . De rechtbank leidt hieruit af dat ook Dow achteraf onderkent dat het gevaar van zuurstof in het systeem onvoldoende was benoemd.
“explosion in flare system leading to 1-2 fatalities”. Hieruit maakt hij op dat een explosie in het fakkelsysteem volgens de LOPA als een zwaar ongeval wordt aangemerkt.
- het gaat om handelen of nalaten van iemand die werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering;
- de gedraging de rechtspersoon dienstig is geweest;
- de rechtspersoon kon beslissen of de gedraging wel of niet zou plaatsvinden en dergelijk gedrag blijkens de feitelijke gang van zaken werd aanvaard. Onder aanvaarden wordt ook begrepen het niet betrachten van zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
of omstreeks13 juni 2005 te Terneuzen in
/opde Ethyleenbenzeenfabriek
en/of levensgevaar voor
explosiegevaar en/of brandgevaar en
/of[werknemer 2]
/of[werknemer 3] en
/of[werknemer 4]
en/of andere werknemersdie zich op dat
, in elk geval voor één of meer personen die zich op
of omstreeks13 juni 2005 te Terneuzen als degene die een inrichting
/overpompenvan benzeen
althans onvoldoendede vereiste
onveilige en/ofongecontroleerde wijze overbrengen
/overpompen
via een niet goed werkende pomp, althansniet via een pomp
/of
en/of
of omstreeks13 juni 2005 te Terneuzen, terwijl aan haar door
in elk geval een inrichting als bedoeld
een of meervoorschriften verbonden aan voormelde
niet ofniet voldoende (voorschrift
of omstreeksde periode 19 augustus 2006 tot en met 28 augustus 2006
/opde Ethyleenbenzeenfabriek EB-4 opzettelijk en
(damp
), in de lucht heeft gebracht
(damp
)uit transportleiding AG 01001,
in elk geval uit een
en/of levensgevaar voor (een) ander(en)te duchten was,
exposiegevaar en/ofbrandgevaar en
/ofgevaar voor blootstelling aan
en/of werknemers van
, in elk geval voor één of
of omstreeksde periode 12 juni 2005 tot en met 28 augustus 2006 te
/ofkopklemmen tegen die lekkage
geïnstalleerd oflaten
/ofgebruikt en
/ofin stand gehouden als tijdelijke
/ofkopklemmen en
/of
/ofkopklemmen niet waren opgenomen in het GEMST
/of
/of
/of
/ofdie kopklemmen meer malen lekkages niet afdoende
/of
, althans onvoldoenderekening werd gehouden met de gevolgen van de
/of
/of
/of
- en
/ofheeft zij op 28 augustus 2006, terwijl een zwaar ongeval was ontstaan,
/ofeen zware benzeenemissie, onvoldoende medewerking
/ofonvoldoende informatie verstrekt aan de Hoofd officier van
of omstreeksde periode 12 juni 2005 tot en met 28 augustus 2006,
in elk geval een inrichting als bedoeld
of meervoorschrift
enverbonden aan voormelde
of omstreeks3 september 2006 te Terneuzen in
/opde Ethyleen-2 fabriek
in elk
in elk
explosiegevaar en/of
en/of gevaar voor blootstelling aan die stoffen voor [operator]
of omstreeksde periode 3 augustus 2006 tot en met 3 september 2006 te
, in elk geval terwijl de risico's van de toepassing van die strainer
/of
niet
/of
/of
/ofterwijl gebruik werd gemaakt van
/ofbouten
/of
en/of
of omstreeksde periode 3 augustus 2006 tot en met 3 september 2006 te
in elk geval een
of meervoorschrift
enverbonden
en
/of functioneerden zij niet naar
niet ofonvoldoende geschikt was en
/ofverkeerde
/ofmoeren waarmee
of omstreeks3 september 2006 te Terneuzen als degene die een
voordeed ofhad voorgedaan, te weten een emissie van kraakgas
of omstreeks19 september 2006 te Terneuzen in
/opde Ethyleen-2
/ofpropaan en
/of1,3-butadieen in de lucht heeft gebracht door
(fen
)te laten lekken of ontsnappen uit de reboiler EA-360S, terwijl
of levensgevaar voor een anderte
explosiegevaar en/ofbrandgevaar
en/of gevaar voor
of omstreeksde periode juli 2006 tot en met 19 september 2006 te
niet, althansonvoldoende geïdentificeerd of onderkend en
/of
niet ofonvoldoende gecontroleerd op de juiste
/ofop lekdichtheid van die reboiler en
/ofde aansluitingen op
/of
/of EA-361S en
/ofEA-361 en
/ofEA-360 goed functioneerden
/of
of onvoldoendegeïdentificeerd of onderkend
/of
/ofEA-361S laten openen, terwijl hij niet wist dat de centrale
/of
niet ofmoeilijk bereikbaar en bedienbaar
/of
of omstreeksde periode juli 2006 tot en met 19 september 2006 te
in elk geval een
of meervoorschrift
en
/offunctioneerden zij niet naar
/oflekte
/oflekten de drainafsluiters naar de flare van
/ofEA-361S en
/ofEA-361 en
/ofEA-360 (voorschrift A7);
of omstreeks19 september 2006 te Terneuzen als degene die een
of had voorgedaan, te weten een emissie van een
/ofpropaan en
/of1,3-butadieen bij de reboiler
of omstreeksde periode 19 maart 2006 tot en met 20 maart 2006 te
in/vanuit de Ethyleen-3 fabriek spoelwater, bevattende
/ofin de Biox
of levensgevaar voor een anderte duchten was, te weten
(fen)voor werknemers die werkzaamheden in die fabriek en/of in of nabij
, in
of omstreeksde periode 19 maart 2006 tot en met 20 maart 2006 te
in elk geval een inrichting als bedoeld in
/ofterwijl aan haar door Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland bij
/ofvoorschrift 1.2 verbonden aan de
afvalwater
of omstreeks20 maart 2006 te Terneuzen opzettelijk zich heeft gedragen
, in elk geval meer dan 250 ug/l;
of omstreeksde periode 29 augustus 2007 tot en met 5 september 2007,
in elk geval een
of meervoorschrift
enverbonden
/offunctioneerden zij niet naar
of omstreeksde periode 31 augustus 2007 tot en met 3 september 2007,
gehele ofgedeeltelijke verstopping van het
/ofde ten gevolge van het voorval vrijgekomen
of omstreeks5 en
/of6 juli 2008 te Terneuzen als degene die een
/of
/ofonderkend en
/of
/ofde blokklep DO-215 naar het fakkelsysteem
/of
/ofgecontroleerd en
/of
niet ofonvoldoende gereageerd op het zuurstofalarm van de drum AD-196 en
/of
niet ofonvoldoende gecommuniceerd over dat zuurstofalarm met de LHC 2 area,
/of
geen althansonvoldoende automatisch werkende technische voorzieningen
5.De strafbaarheid.
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de haar onder 7 en 20 tenlastegelegde feiten;
betaling van een geldboete van € 1.800.000,=.