Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
“terugval in loon”op advies van een medewerker van de Belastingtelefoon heeft ingevuld. Voor zover belanghebbende hiermee een beroep doet op het vertrouwensbeginsel, overweegt de rechtbank dat aan de informatie verstrekt door de belastingtelefoon in het algemeen niet een zodanig vertrouwen kan worden ontleend dat een juiste wetstoepassing moet wijken voor het beginsel dat een belastingplichtige op inlichtingen van de belastingdienst moet kunnen vertrouwen (Hoge Raad 3 januari 1990, nr. 26 325, BNB 1990/148). Dit kan anders zijn indien de medewerker van de belastingtelefoon, na inzicht te hebben verkregen in alle relevante gegevens van belanghebbende, ongeclausuleerd het standpunt heeft ingenomen dat het inkomensverlies moet worden becijferd zoals in de aangifte is vermeld. Tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur heeft belanghebbende, op wie in dezen de bewijslast rust, dit laatste echter niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank is dan ook van oordeel belanghebbendes beroep op het vertrouwensbeginsel moet worden verworpen.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;