ECLI:NL:RBZWB:2014:1470
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake kindgebonden budget door termijnoverschrijding
Op 5 maart 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 21 augustus 2012, waarin haar recht op kindgebonden budget voor het jaar 2010 werd herzien naar nihil. Eiseres stelde dat zij geen besluit op haar bezwaarschrift had ontvangen, maar wel een definitieve vaststelling op 2 augustus 2012. Na telefonisch contact met de Belastingdienst/Toeslagen had zij pro-forma beroep ingesteld om te voorkomen dat kosten in rekening zouden worden gebracht voor het niet betalen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de indiening van het beroepschrift op 6 maart 2013 niet binnen de wettelijke termijn van zes weken heeft plaatsgevonden. Eiseres had als reden opgegeven dat zij het bestreden besluit niet had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat het bestuursorgaan, in dit geval de Belastingdienst/Toeslagen, aannemelijk had gemaakt dat het bestreden besluit op 21 augustus 2012 was verzonden. Eiseres was er niet in geslaagd om de ontvangst van het besluit op voldoende geloofwaardige wijze te ontkennen.
De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding voor rekening en risico van eiseres diende te blijven, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Daarnaast overwoog de rechtbank dat het niet aan de rechter is om in te treden op de billijkheid van de regelgeving, en dat de Belastingdienst/Toeslagen de regelgeving correct had toegepast. De rechtbank wees een proceskostenveroordeling af en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.