ECLI:NL:RBZWB:2013:CA2337
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verschil in tarief reclamebelastingen tussen industrieterreinen en andere gebieden
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de aan belanghebbende opgelegde aanslag reclamebelasting voor het jaar 2012. De belanghebbende, een drukwerk- en kopieerbedrijf gevestigd aan [adres] in [plaats X], heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de [gemeente X] die op 16 augustus 2012 de aanslag had opgelegd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat er voldoende rechtvaardiging is voor het verschil in tarief tussen aankondigingen op industrie- of bedrijventerreinen en aankondigingen die elders zijn gelegen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting van de [gemeente X] een verlaagd tarief voor aankondigingen op industrieterreinen hanteert. Dit is gebaseerd op het argument dat openbare aankondigingen op industrieterreinen minder storend zijn voor de omgeving dan die in gebieden met woningen. De rechtbank heeft de argumentatie van de gemeente gevolgd en geconcludeerd dat de afbakening van de industrieterreinen niet willekeurig of onredelijk is. De belanghebbende is gevestigd net buiten het industrieterrein en in de nabijheid van woningen, waardoor de hogere aanslag gerechtvaardigd is.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de heffingsambtenaar ter zitting heeft bevestigd dat de gemeente een onderscheid heeft willen maken tussen bedrijven gericht op detailhandel en andere bedrijven. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.