ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ6919
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rioolheffing en vermindering op basis van niet als afvalwater afgevoerd water
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2013, staat de rioolheffing van de gemeente Veere centraal. De belanghebbende, een inwoner van de gemeente, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag rioolheffing voor het jaar 2012, die was gebaseerd op de hoeveelheid afgenomen water. De verordening van de gemeente bepaalt dat de rioolheffing wordt geheven op basis van de afgenomen kubieke meters water, verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd. De rechtbank oordeelt dat deze verminderingsbepaling een algemene werking heeft en niet alleen van toepassing is op agrarische bedrijven.
De belanghebbende stelde dat hij ten minste 1 m3 water had gebruikt voor het besproeien van zijn tuin, dat niet via het riool was afgevoerd. De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op deze vermindering, waardoor hij in het laagste belastingtarief valt. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en vermindert de aanslag tot € 51,50. Tevens wordt de heffingsambtenaar gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 te vergoeden.
De rechtbank benadrukt dat de heffingsambtenaar niet kan volhouden dat ook hemelwater meetelt voor de maatstaf van heffing. De rechtbank stelt vast dat alleen het water dat van het waterleidingbedrijf is afgenomen, relevant is voor de berekening van de rioolheffing. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.