ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ0603
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kouwenhoven
- A. Calkoen-Nauta
- J. Bogaert
- Rechtspraak.nl
Poging tot bedreiging met terroristisch misdrijf via Twitter
Op 5 februari 2013 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die via Twitter een groot aantal racistische en bedreigende berichten heeft geplaatst. De rechtbank heeft onderzocht of de verdachte met deze berichten een terroristisch oogmerk had, zoals bedoeld in artikel 285, derde lid van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft in de nacht van 19 op 20 december 2011 meerdere bedreigende tweets geplaatst, gericht tegen moslims en leden van moskeeën. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bedreigingen voldoende concreet waren en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De verdachte heeft verklaard dat hij deze berichten plaatste om meer volgers te krijgen, maar de rechtbank oordeelde dat de aard van de bedreigingen en de openbaarheid van het medium (Twitter) voldoende aanleiding gaven om te concluderen dat er sprake was van een poging tot bedreiging met een terroristisch misdrijf. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar heeft de poging tot bedreiging met een terroristisch misdrijf bewezen verklaard. De verdachte is strafbaar verklaard en er is een jeugddetentie van 93 dagen opgelegd, waarvan 80 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding door de jeugdreclassering en deelname aan sociale vaardigheidstrainingen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die verminderd toerekeningsvatbaar is geacht. De rechtbank heeft benadrukt dat het opleggen van een onvoorwaardelijke straf geen pedagogische meerwaarde heeft en dat de verdachte meer gebaat is bij hulpverlening.