Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, die 28 taxi's had overgenomen van een failliet verklaarde verkoper, verzocht om teruggaaf van BPM. De verkoper had eerder BPM terugontvangen, maar had geen naheffingsaanslagen voldaan die aan hem waren opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende geen recht had op teruggaaf van BPM, omdat de wet duidelijk stelt dat teruggaaf alleen mogelijk is als de verkoper de BPM daadwerkelijk heeft betaald. De rechtbank verwierp het beroep van de belanghebbende op de Leidraad BPM 2006, omdat deze niet in overeenstemming was met de wet. De rechtbank concludeerde dat er geen recht op teruggaaf bestond, aangezien de verkoper geen betalingen had gedaan op de naheffingsaanslagen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.