Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten en griffierecht.
6.Immateriële schadevergoeding
7.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag over het jaar 2005 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 23.047 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.357;
- vermindert de heffingsrente over het jaar 2005 dienovereenkomstig;
- draagt de inspecteur op € 21 griffierecht aan belanghebbende te vergoeden;
- verklaart het beroep ongegrond;
- stelt vast dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding op een nadere uitspraak over het verzoek om immateriële schadevergoeding op de voet van artikel 8:73 van de Awb en merkt de Minister van Veiligheid en Justitie aan als partij in die procedure.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: