ECLI:NL:RBZWB:2013:8071

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2013
Publicatiedatum
11 november 2013
Zaaknummer
STR-13_700159
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Roofoverval op juwelierszaak met DNA-match en gevangenisstraf

Op 11 november 2013 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende roofoverval op een juwelierszaak in Sluis op 15 maart 2013. De verdachte, geboren in 1989 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Middelburg, werd bijgestaan door raadsman mr. H.M. Dunsbergen. Tijdens de zitting op 28 oktober 2013 werden de standpunten van de officier van justitie, mr. G.V. van der Hofstede, en de verdediging besproken. De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal met geweld en bedreiging, afpersing en brandstichting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met drie anderen de juwelierszaak had overvallen, waarbij zij gewapend en gemaskerd de eigenaar en medewerkers onder bedreiging dwongen om op de grond te gaan liggen. De daders namen een aanzienlijke hoeveelheid horloges en andere waardevolle goederen mee. De rechtbank baseerde haar oordeel op bewijs, waaronder een DNA-match van bloedsporen die op de plaats delict waren aangetroffen. De kans dat het DNA van een willekeurige derde afkomstig was, werd geschat op minder dan één op één miljard. De rechtbank achtte de verdachte wettig en overtuigend schuldig aan de feiten en legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder de eigenaar van de juwelierszaak en de medewerkers, voor immateriële en materiële schade. De rechtbank verklaarde de vorderingen van de benadeelde partijen voor een deel toewijsbaar, maar verklaarde de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/700159-13
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 november 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Middelburg, locatie Torentijd, Middelburg, Torentijdweg 1,
raadsman mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 oktober 2013, waarbij de officier van justitie mr. G.V. van der Hofstede en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 15 maart 2013 te Sluis tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid (zeer kostbare) 31, althans
meerdere, horloges (o.a Breitling en/of Longines en/of Hamilton en/of ITA
en/of Niek en/of Ruben), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan[benadeelde partij 1], en/of een MACbook air en/of 30 ringen, in elk geval
enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in
elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [slachtoffer]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, toen en
daar [benadeelde partij 3] gemaskerd met bivakmutsen, in elk geval met
gezichtsbedekking heeft/hebben betreden en/of een of meerdere (vuur)wapen(s),
althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in elk geval een
wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en Munitie, heeft/hebben getoond en/of
heeft/hebben gericht op en/of gericht gehouden heeft/hebben op die [benadeelde partij 1]
en/of op (het hoofd van) die [benadeelde partij 2] en/of op die [slachtoffer] en/of op
dwingende toon heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Ga liggen, ga
liggen !" en/of "Liggen, iedereen neer of ik schiet " en/of dichtbij die
[benadeelde partij 2] de slede van een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend
voorwerp, in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie, naar
achter heeft gehaald en/of een of meermalen heeft/hebben geschoten met een of
meerdere (vuur)wapen(s), althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), in elk geval een wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en
Munitie, en/of een hamer heeft getoond en/of met een hamer meerdere
etalageruiten in die juwelierszaak heeft/hebben ingeslagen;
2.
hij op of omstreeks 15 maart 2013 te Sluis tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1]
heeft gedwongen tot afgifte van (zijn) horloge en/of [benadeelde partij 2] heeft
gedwongen tot afgifte van (zijn) horloge, in elk geval (telkens) enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in
elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, toen en
daar [benadeelde partij 3] gemaskerd met bivakmutsen, in elk geval met
gezichtsbedekking heeft/hebben betreden en/of een of meerdere (vuur)wapen(s),
althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), in elk geval een
wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en Munitie, heeft/hebben getoond en/of
heeft/hebben gericht op en/of gericht gehouden heeft/hebben op die [benadeelde partij 1]
en/of op (het hoofd van) die [benadeelde partij 2] en/of op die [slachtoffer] en/of op
dwingende toon heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Ga liggen, ga
liggen !" en/of "Liggen, iedereen neer of ik schiet " en/of dichtbij die
[benadeelde partij 2] de slede van een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend
voorwerp, in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie, naar
achter heeft gehaald en/of een of meermalen heeft/hebben geschoten met een of
meerdere (vuur)wapen(s), althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), in elk geval een wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en
Munitie, en/of die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] de woorden (zakelijk weergegeven)
heeft toegevoegd: "geef me je horloge."
3.
hij op of omstreeks 15 maart 2013 te Westkapelle, te België tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft
gesticht in/aan een personenauto (merk Volkswagen), immers heeft/hebben
verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk
(open) vuur in aanraking gebracht met die personenauto, althans met (een)
brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die personenauto en of een
aangrensende haag geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand
is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die auto en/of in die auto
aanwezige goederen en/of de aangrensende haag, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen, te duchten was;

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met drie anderen gewapend en gemaskerd de juwelier in Sluis heeft overvallen en daarna de daarbij gebruikte auto in brand heeft gestoken. Hij baseert zich daarbij op bloedsporen die op de vitrine zijn aangetroffen en waarvan een volledig DNA-profiel is verkregen dat matcht met het DNA van verdachte. Verdachte heeft hiervoor geen plausibele verklaring gegeven. Evenmin heeft verdachte een alibi. De getuigenverklaringen van de broer en de moeder van verdachte laten voldoende ruimte rond het tijdstip van de overval voor verdachte om daaraan deel genomen te hebben. De camerabeelden, het niet-sluitende alibi van verdachte en diverse getuigenverklaringen vormen ondersteunend bewijs.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt verdachte van de feiten 1 en 2 vrij te spreken, omdat er naast de DNA-match geen belastend bewijsmateriaal is. Op de beelden is niets van een verwonding te zien en verdachte is niet herkend. Verdachte heeft een alibi en het motief ontbreekt.
Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring van feit 1 komen dan verzoekt de raadsman partiële vrijspraak van de strafverzwarende uitvoeringshandeling, het schieten met vuurwapens. Bij een eventuele feitelijke bewezenverklaring van feit 2 verzoekt de raadsman verdachte daarvan vrij te spreken, nu hij dit feit niet heeft medegepleegd. Het lijkt er op dat door de dader met de Albert Heijntas ad hoc gehandeld is, zodat geen sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking, die voor medeplegen is vereist.
Voorts is de verdediging van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van feit 3 kan komen. Uit het beeldmateriaal weergegeven in het proces-verbaal van bevindingen en uit het sporenonderzoek is geen enkel belastend bewijsmiddel naar voren gekomen dat verdachte de auto (mede) in brand heeft gestoken. Bovendien komt het signalement van de brandstichter(s) niet overeen met dat van verdachte en is het geen vreemde gedachte om te veronderstellen dat deze brandstichter alleen en zonder bewuste en nauwe samenwerking de auto in brand heeft gestoken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 15 maart 2013 vond een roofoverval plaats op de [benadeelde partij 3] te Sluis. Een groep van vier in het zwart geklede en gemaskerde daders, voorzien van vuurwapens, dwong de eigenaar ([benadeelde partij 1]), een verkoopmedewerker ([benadeelde partij 2]) en een op dat moment in de zaak aanwezige vertegenwoordiger [slachtoffer]), onder meer met stompen in de rug, op de grond te gaan liggen, waarna één dader met een hamer glazen vitrines stuk sloeg en de daarin liggende horloges, 9 Breitlings, 9 Longines, 9 Hamiltons en 2 ITA’s, wegnam. Eén van de daders stond met een vuurwapen bij de voordeur en hield de winkelende passanten op afstand. Een andere dader dwong de verkoopmedewerker de vitrine met de duurste artikelen te openen. Deze dader richtte daarbij zijn vuurwapen op die verkoopmedewerker en laadde het voor die medewerker zichtbaar door, door de slede van het wapen naar achteren te halen. Nadat de medewerker had gezegd dat er een tijdslot op de sluis naar die vitrine zat en de dader door had dat de sluis niet open ging, werden de medewerker en de eigenaar gedwongen ieder hun horloge af te geven, waarna een van de overvallers riep “het is tijd” en de daders de zaak verlieten en wegreden in een grijze Volkswagen Golf waarvan het kenteken begon met “48” en eindigde op “2”. [1] [2] [3] [4] Nadat de daders weg waren bleken ook de MACBook air en de trouwringencollectie met 30 dummy’s van de vertegenwoordiger te zijn meegenomen. [5] , [6] , [7] Bij het wegrijden hield een van de daders een automatisch vuurwapen uit het geopende raam van de auto [8] , [9] , [10] .
Op de beelden van het camerasysteem in de juwelierszaak , waarvan de systeemtijd negen minuten achterloopt op de werkelijke tijd, is te zien dat omstreeks 11.20 uur werkelijke tijd voor de winkel een personenauto stopt, waaruit vier gemaskerde personen met op een AK 47 en een pistool gelijkende voorwerpen en tassen de juwelierszaak binnenkomen. De overval was om 11.22 uur werkelijke tijd geëindigd. [11]
Op het glas van de kapotgeslagen vitrines zijn, onder meer aan de binnenzijde, bloedsporen aangetroffen [12] . Uit deze sporen is een volledig DNA-profiel verkregen dat na onderzoek door het NFI bleek te matchen met het profiel van verdachte [verdachte]. De kans dat het aangetroffen profiel matcht met het DNA van een willekeurige derde is vastgesteld op kleiner dan één op één miljard [13] .
Een verbalisant heeft in privétijd ongeveer een uur voor de overval, tussen 10.15 uur en 10.25 uur, gezien dat een zilvergrijze Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] in Terneuzen vanuit de Rozenstraat kwam rijden [14] . Deze auto viel hem op omdat het glas van de achterlichtunit aan de rechterzijde van de Volkswagen Golf deels kapot was. Verdachte [verdachte] woont in de Rozenstraat. [15] Op 15 maart 2013 omstreeks 11.30 uur is een Volkswagen Golf met nummerplaten [kenteken] brandend in de Sacramentstraat te Westkapelle (België), aangetroffen. De Sacramentstraat is een smalle straat met aan weerszijden begroeiing. Aan een aangrenzende haag was lichte brandschade. [16] De op de Volkswagen Golf aanwezige kentekenplaten bleken in de nacht van 14 op 15 maart 2013 te zijn gestolen in Rotterdam [17] . De Volkswagen Golf was op 9 maart 2013 in Utrecht gestolen [18] . Een getuige van de brand zag twee in het zwart geklede jonge mannen met zwarte mutsen en een wat donkerder huidskleur erg snel uit een steegje gelopen komen. De twee mannen zijn bij AVEVE (Boerenbond) in een auto gesprongen en weggereden. In de steeg trof de getuige een brandende auto aan. [19]
Op videobeelden van een camera van het bedrijf AVEVE is te zien dat in de vroege ochtend van 15 maart 2013, omstreeks 03.48 uur, twee voertuigen aan komen rijden en dat beide voertuigen stilstaan bij de parkeerhaven ter hoogte van de AVEVE. Tevens is te zien dat een van de voertuigen wordt geparkeerd, waarna twee personen uitstappen en in het andere voertuig stappen, waarna dit wegrijdt. Het geparkeerde voertuig bleek later een Opel Corsa te zijn.
Op beelden van diezelfde camera is vervolgens te zien dat diezelfde dag, omstreeks 11.26 uur, een lichtkleurige Volkswagen Golf komt aangereden en stopt, waarna twee personen uitstappen, de weg oversteken en naar de Opel Corsa lopen. Nadat De Golf is doorgereden komt omstreeks 11.27 uur een derde persoon naar de Opel Corsa gelopen uit de richting waarin de Golf is verdwenen. Om 11.28 uur rijdt de Opel Corsa weg. [20]
Bij sporenonderzoek is uit het brandbeeld naar voren gekomen dat de brand in de Volkswagen Golf zeer waarschijnlijk in het inzittendencompartiment is begonnen. Op de achterbank werd een versmolten kunststof restant met een schenktuit aangetroffen, dat werd herkend als een restant van een jerrycan. [21]
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank neemt daartoe allereerst de conclusie van het NFI met betrekking tot het in de bloedsporen aangetroffen DNA-profiel over en maakt deze tot de hare. Hieruit volgt dat de kans dat het aangetroffen DNA afkomstig is van een willekeurige derde verwaarloosbaar klein is. Nu het bloedspoor daarnaast, gelet op de plaats waar het is aangetroffen, als een daderspoor dient te worden aangemerkt, kent de rechtbank aan deze match een grote bewijswaarde toe. Daarbij komt dat het DNA-onderzoek hernieuwd is uitgevoerd [22] , waarna beide profielen opnieuw matchten [23] . Verdachte heeft geen enkele verklaring gegeven voor het aantreffen van DNA-materiaal, waarvan statistisch gezien buiten redelijke twijfel staat dat het van hem afkomstig is, op de plaats delict. Evenmin heeft verdachte een alibi nu de verklaringen van de moeder en de broer van verdachte geen uitsluitsel geven over de plaats waar verdachte zich op het moment van de overval ophield, terwijl wel, kort voor de overval, de Volkswagen Golf die bij de overval is gebruikt, komend vanuit de straat waar verdachte woonachtig is, is gezien.
Uit het hiervoor aangehaalde bewijs blijkt voorts een gedegen en uitvoerige voorbereiding en een strakke organisatie van de overval en de daarmee gepaard gaande vlucht. De vluchtauto en kentekenplaten waren gestolen om betrapping te voorkomen. Alle daders waren in het zwarte gekleed en gemaskerd om herkenning te voorkomen. De daders waren gewapend en hadden tassen bij zich voor de buit. Ieder van de daders had een duidelijke taak in de juwelierszaak. Uit het feit dat de daders zich zelfs door een onverwachte tegenslag, zoals het tijdslot op de vitrine met de duurste stukken, niet van de wijs hebben laten brengen en vast hebben gehouden aan een kennelijk van te voren bepaald tijdschema, leidt de rechtbank af dat bij deze overval sprake is geweest van een zeer hoge organisatiegraad en de daarbij behorende vergaande mate van bewuste en nauwe samenwerking tussen alle vier de daders, ongeacht hun specifieke rol of taak op het moment van de overval zelf. Het was duidelijk de bedoeling van de daders om gezamenlijk zeer snel zoveel mogelijk buit binnen te halen. De rechtbank acht bewezen dat ook de afpersing van de horloges onder de bewuste en nauwe samenwerking valt. Wanneer deze twee horloges van het gezamenlijke voornemen zouden zijn uitgezonderd lag het op de weg van verdachte om daarover uitleg te geven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de samenwerking tussen deze vier daders zodanig nauw was dat deze tevens zag op het afnemen van de waardevolle objecten van eventuele in de winkel aanwezige personen, zodat ook het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen zal worden verklaard.
Wat met betrekking tot de bewuste en nauwe samenwerking voor het onder 2 ten laste gelegde feit geldt, geldt evenzeer voor de onder 3 ten laste gelegde brandstichting. Gelet op het op voorhand klaarzetten van een tweede vluchtauto in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de Volkswagen Golf in brand is gestoken en het aantreffen van de resten van een jerrycan op de achterbank van de uitgebrande auto, behoorde ook het in brand steken van deze auto tot het vooraf gemaakte plan van de daders gezamenlijk om een overval te plegen en vervolgens de sporen daarvan uit te wissen. De rechtbank acht ook het onder 3 ten laste gelegde feit derhalve wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht niet bewezen dat er tijdens de overval is geschoten en zal verdachte van dat strafverzwarende onderdeel in de tenlastelegging vrijspreken.

5.De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
hij op
of omstreeks15 maart 2013 te Sluis tezamen en in vereniging met
een
ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid (zeer kostbare)
31, althans
meerdere,horloges (o.a Breitling en
/ofLongines en
/ofHamilton en
/ofITA
en/of Niek en/of Ruben),
in elk geval enig(e) goed(eren),geheel of ten dele
toebehorende aan
[benadeelde partij 1], en
/ofeen MACbook air en
/of30 ringen
, in elk geval
enig(e) goed(eren),geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer], in
elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen[benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [slachtoffer]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/of
gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/of
zijn mededader
(s
)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,toen en
daar [benadeelde partij 3] gemaskerd met bivakmutsen, in elk geval met
gezichtsbedekking
heeft/hebben betreden en
/of een ofmeerdere (vuur)wapen
(s
),
althans
eenop
een (vuur
)wapen
(s
)gelijkend
(e
)voorwerp
(en
), in elk geval een
wapen(s) in de zi
n van de Wet Wapens en Munitie, heeft/hebben getoond en
/of
heeft/hebben gericht
open
/ofgericht gehouden
heeft/hebbenop die [benadeelde partij 1]
en/of op
(het hoofd van
)die [benadeelde partij 2] en/of op die [slachtoffer] en
/ofop
dwingende toon
heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Ga liggen, ga
liggen !" en
/of"Liggen, iedereen neer of ik schiet " en
/ofdichtbij die
[benadeelde partij 2] de slede van een vuurwapen, althans een op een
(vuur
)wapen gelijkend
voorwerp
, in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie,naar
achter heeft gehaald
en/of een of meermalen heeft/hebben geschoten met een of
meerdere (vuur)wapen(s), althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), in elk geval een wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en
Munitie,en
/ofeen hamer
heefthebbengetoond en
/ofmet een hamer meerdere
etalageruiten in die juwelierszaak
heeft/hebben ingeslagen;
2.
hij op
of omstreeks15 maart 2013 te Sluis tezamen en in vereniging met
een
ander ofanderen
, althans alleen,met het oogmerk zich en
/of (een)ander
(en
)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1]
heeft gedwongen tot afgifte van
(zijn
)horloge en
/of[benadeelde partij 2] heeft
gedwongen tot afgifte van
(zijn
)horloge,
in elk geval (telkens) enig(e)
goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan die [benadeelde partij 1]
en/of [benadeelde partij 2],
in
elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welk geweld en
/ofbedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,toen en
daar [benadeelde partij 3] gemaskerd met bivakmutsen, in elk geval met
gezichtsbedekking
heeft/hebben betreden en
/of een ofmeerdere
(vuur
)wapen
(s
),
althans
eenop
een (vuur
)wapen
(s
)gelijkend
(e
)voorwerp
(en
), in elk geval een
wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en Munitie, heeft/hebben getoond en
/of
heeft/hebben gericht op en
/ofgericht gehouden
heeft/hebbenop die [benadeelde partij 1]
en
/ofop (het hoofd van) die [benadeelde partij 2] en/of op die [slachtoffer] en
/ofop
dwingende toon
heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Ga liggen, ga
liggen !" en
/of"Liggen, iedereen neer of ik schiet " en
/ofdichtbij die
[benadeelde partij 2] de slede van een vuurwapen, althans een op een
(vuur
)wapen gelijkend
voorwerp,
in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie,naar
achter heeft gehaald
en/of een of meermalen heeft/hebben geschoten met een of
meerdere (vuur)wapen(s), althans een op een (vuur)wapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en), in elk geval een wapen(s) in de zin van de Wet Wapens en
Munitie,en
/ofdie [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] de woorden (zakelijk weergegeven)
heefthebbentoegevoegd:"geef me je horloge."
3.
hij op
of omstreeks15 maart 2013 te Westkapelle, te België tezamen en in
vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,opzettelijk brand heeft
gesticht in
/aaneen personenauto (merk Volkswagen), immers
heeft/hebben
verdachte en/of
(een of meer van) zijn mededader
(s
)toen aldaar opzettelijk
(open
)vuur in aanraking gebracht met die personenauto, althans met
(een)
brandbare stof
(fen
), ten gevolge waarvan die personenauto en
ofeen
aangrensendeaangrenzendehaag
geheel ofgedeeltelijk
is/zijn verbrand, in elk geval brand
is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die auto en
/ofin die auto
aanwezige goederen en
/ofde
aangrensendeaangrenzendehaag
, in elk geval gemeen gevaar voor goederen,te duchten was;
In de bewezenverklaring zijn enkele schrijffouten in de tenlastelegging verbeterd. Deze zijn gecursiveerd weergegeven. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar. Hij acht dat een passende straf voor een gewelddadige overval, waarbij voor de slachtoffers en de getuigen een zeer bedreigende situatie is ontstaan. Het was een dollemansactie met disrespect voor andere mensen. Voor het bepalen van de strafmaat is de officier van justitie uitgegaan van de van toepassing zijnde criteria in de richtlijn van het openbaar ministerie voor diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Het uitgangspunt is dan vijf jaar gevangenisstraf waarbij twee jaar voor de brandstichting komt.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte stelt zich op het standpunt dat aan verdachte wegens vrijspraak geen straf wordt opgelegd. Bij bewezenverklaring van de overval op een winkel is bij toepassing van de LOVS-oriëntatiepunten bij licht geweld een gevangenisstraf van twee jaar passend en bij zwaar geweld drie jaar. Er bestaat aldus een grote discrepantie tussen de eis van de officier van justitie en het standpunt van de raadsman. Het geweld is niet tegen personen, maar tegen goederen gebruikt. Er is met de wapens niet geschoten, zodat het strafverzwarende element uit de tenlastelegging vervalt.
Verdachte moet niet worden gestraft voor de eenmansacties van de andere daders, zoals de afpersing van de twee horloges en de brandstichting in de auto.
De raadsman verzoekt, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, de straf zoals door de officier van justitie geëist aanzienlijk te matigen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de hoogte van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met drie mededaders schuldig gemaakt aan een overval op een juwelierszaak, afpersing en brandstichting in een personenauto.
De overval was grondig voorbereid en koelbloedig uitgevoerd. Met een gestolen auto is op klaarlichte dag, terwijl een groot aantal mensen hiervan getuige was, tot voor de deur van de juwelierszaak gereden. Verdachte en zijn mededaders voerden een strak geregisseerd plan uit: zij waren allen donker gekleed en onherkenbaar door het dragen van bivakmutsen of maskers. Eén van hen hield gewapend de wacht bij/buiten de toegangsdeur en hield passanten op afstand, terwijl anderen met getrokken wapens de juwelierszaak in gingen om de buit binnen te halen. De in de juwelierszaak aanwezige eigenaar, een verkoopmedewerker en een vertegenwoordiger werden op de grond gedwongen onder bedreiging van vuurwapens, waarna de daders met hamers op de glazen vitrines beukten. Blijkens de verklaringen hebben de slachtoffers doodsangsten uitgestaan temeer daar zij in grote onzekerheid waren over wat hun mogelijk nog meer zou staan te wachten toen de daders zich realiseerden dat de sluis naar een vitrine met de meest kostbare voorwerpen op een tijdslot werkte. Verdachte heeft zich niet bekommerd om de impact die een dergelijke overval op slachtoffers heeft en alleen gedacht aan het geldelijk gewin.
Evenmin heeft verdachte zich bekommerd om de veiligheid van of de gevaren voor anderen, toen hij en zijn mededaders zich op klaarlichte dag en te midden van het winkelend publiek in een auto met grote snelheid en een uit het raam gestoken vuurwapen, uit de voeten maakten teneinde betrapping te voorkomen, en vervolgens in een smalle steeg met aan weerszijden brandbare begroeiing en bebouwing met datzelfde doel brand stichtten in de vluchtauto, met daarin een (nog deels) met brandstof gevulde brandstoftank.
De verdachte heeft zich door het begaan van de bewezenverklaarde feiten schuldig gemaakt aan een zware vorm van criminaliteit, die niet alleen zeer bedreigend en traumatiserend is geweest voor de slachtoffers, maar die ook grote onrust veroorzaakt in de samenleving in het algemeen. Daarnaast brengen dergelijke delicten in sterke mate gevoelens van onveiligheid teweeg bij degenen die in een juwelierszaak en soortgelijke bedrijven hun dagelijks werk moeten verrichten.
Verdachte is aangemerkt als veelpleger. Hij is blijkens het justitieel documentatieregister al vele keren veroordeeld, waarvan de laatste veroordeling door de meervoudige kamer tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden. Deze gevangenisstraf heeft verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken. De rechtbank acht het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur aan verdachte aangewezen.
De rechtbank houdt er in het voordeel van verdachte rekening mee dat zij tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie en komt daarmee tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. Zij acht een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest passend en geboden.

8.De benadeelde partijen

De benadeelde partij
[benadeelde partij 1]vordert een schadevergoeding van
€ 2.335,80, waarvan € 2.000 wegens immateriële schade en € 335,80 wegens materiele schade, te weten een overhemd (€ 321,00), telefoonkosten (€ 10,00) en reiskosten (€ 4,80 (2 x 10 km politiebureau Oostburg)) voor de feiten 1 en 2.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 2]vordert een schadevergoeding van € 2.103,60, waarvan
€ 2.000,00 wegens immateriële schade en wegens materiële schade € 103,60, te weten schoenen van het merk Van Lier, beschadigd door scherven op grond, 2 jaar oud, afschrijving 13% per jaar, voor de feiten 1 en 2.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 3]vordert een schadevergoeding van € 9.965,35, te weten voor verminderde verkoopomzet € 8.036,00 (verkoopanalyse -/- 13% van 2012) en het eigen risico van de verzekering € 1.929,35 voor feit 1.
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partijen de [benadeelde partij 1]en [benadeelde partij 2] in zijn geheel toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de [benadeelde partij 3] heeft de officier van justitie gevorderd de vordering voor wat betreft het eigen risico van € 1.929,35 toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de partij voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen bepleit. Subsidiair verzoekt de verdediging de immateriële schadevergoedingen te matigen. Ten aanzien van de gevorderde omzetderving van de [benadeelde partij 3] merkt de verdediging op dat deze onvoldoende is onderbouwd en het causaal verband onvoldoende vast staat.
8.3
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de schade waarop de vorderingen tot schadevergoeding van de [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zijn gebaseerd een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en zij acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en de gevorderde bedragen kunnen niet als ongebruikelijk of onredelijk worden beschouwd, zodat de vorderingen zullen worden toegewezen.
Ten aanzien van de [benadeelde partij 3] is de rechtbank van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 1.929,35 een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en zij acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat de behandeling van dat deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, nu het causaal verband tussen de overval en de verminderde omzet niet eenvoudig is vast te stellen. De benadeelde partij zal daarom voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen van de benadeelde partijen zal de rechtbank tevens telkens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 47, 57, 157, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 3:Medeplegen van brandstichting;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 (vijf) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan
de benadeelde partij [benadeelde partij 1]van € 2.335,80, waarvan € 335,80 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 2]van € 2.103,60, waarvan € 103,60 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 3]van
€ 1.929,35 ter zake van materiële schade;
- verklaart de
benadeelde partij [benadeelde partij 3]voor het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, bij niet betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
- benadeelde partij [benadeelde partij 1] (feiten 1 en 2), € 2.335,80, 33 dagen hechtenis;
- benadeelde partij [benadeelde partij 2] (feiten 1 en 2), € 2.103,60, 31 dagen hechtenis;
- benadeelde partij [benadeelde partij 3] (feit 1), € 1.929,35, 29 dagen hechtenis;
met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Borm, voorzitter, mr. B.J. Duinhof en mr. J.B. Smits, rechters, in tegenwoordigheid van A.S. Heberlein-Guiran, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 november 2013.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt daarmee, tenzij anders vermeld, bedoeld het onderdeel van het eindproces-verbaal met dossiernummer 20130412.0900.0492.AMB van Politie Zeeland, Divisie Recherche, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 01 tot en met 580.
2.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 46, 47 en 48
3.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 224
4.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 228
5.Proces-verbaal van aangifte, pagina 22
6.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 46, 47 en 48
7.Proces-verbaal van aangifte, pagina 50 en 51
8.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 224
9.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 226
10.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 229
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 62
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 163
13.NFI-rapport, onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek, pagina’s 175 en 176
14.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 59
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 263
16.Proces-verbaal van de Belgische politie, verkregen ingevolge het rechtshulpverzoek d.d. 15 maart 2013, pagina’s 130 en 132
17.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 341
18.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 97
19.Proces-verbaal van getuigenverhoor, pagina 237
20.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 98
21.Proces-verbaal van bevindingen (sporenonderzoek), pagina 164
22.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 275 e.v.
23.NFI-rapport, onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek, d.d. 17 mei 2013