Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
alleenzijn supervisor de heer[getuige], wonende te Etten-Leur, in een voorlopig getuigenverhoor als getuige te horen. Deze supervisor werkt al 24 jaar met hem samen. [verzoeker] wijst op de schriftelijke verklaring van [getuige] welke als productie 6a bij het verzoekschrift van [verweerster] is overgelegd. Deze verklaring is volgens [verzoeker] op onderdelen bijzonder vaag en zeer summier. Deze verklaring zal volgens hem in de verklaring van [getuige] ten overstaan van de rechter sterk genuanceerd kunnen worden. [verzoeker] denkt dat [getuige] bij uitstek geschikt is om over een vijftal door hem genoemde onderwerpen te verklaren. [verzoeker] verzoekt de kantonrechter om bij beschikking een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, met de bepaling van dag en uur, waarop dit getuigenverhoor kan plaatsvinden. Ter zitting heeft [verzoeker] expliciet afgezien van het nog verder “onder ede” horen van getuigen.
expliciethebben verklaard, dat het -te bepalen- voorlopig getuigenverhoor kan worden beperkt tot het “onder ede” horen van de voorgedragen getuige [getuige], zal de kantonrechter dit voorlopig getuigenverhoor
bij hoge uitzonderingtoestaan.
woensdag 3 juli 2013, te 11.30 uur, zal hierbij starten met voormeld voorlopig getuigenverhoor, (direct) gevolgd door de mondelinge behandeling van het verzoekschrift ex artikel 7:685 BW.
3.De beslissing
woensdag 3 juli 2013 te 11.30 uur, in het gerechtsgebouw te Bergen op Zoom, Zuid-Oostsingel 41, 4611 BC Bergen op Zoom;
direct aansluitendaan dit voorlopig getuigenverhoor de mondelinge behandeling zal plaatsvinden van het namens [verweerster] ingediende verzoekschrift ex artikel 7:685 BW, bekend onder zaaknummer 2079098 AZ VERZ 13-112;