ECLI:NL:RBZWB:2013:5351
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen tegen HANOS-ISPC Breda B.V. en GOG Breda B.V.
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 12 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen (hierna: ISPC) en de besloten vennootschappen HANOS-ISPC Breda B.V. en GOG Breda B.V. De zaak betreft een deskundigenonderzoek naar de omzetverantwoording van ISPC in het jaar 2008, waarbij de vraag centraal stond of de omzet uit de verkoop van levensmiddelen meer dan 50% van de totale omzet van ISPC bedroeg. De deskundige, drs. J.G. Groeneveld, concludeerde dat ISPC in 2008 niet meer dan 46,79% van de totale omzet had behaald met de verkoop van de in het Verplichtstellingsbesluit genoemde productgroepen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de deskundige zijn onderzoek op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd en dat de conclusies van de deskundige voldoende onderbouwd zijn. BPF GIL, de tegenpartij, heeft de conclusies van de deskundige betwist, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen concrete aanwijzingen waren dat ISPC niet aan haar verplichtingen had voldaan. De kantonrechter heeft de vorderingen van BPF GIL afgewezen en ISPC en GOG Breda B.V. in het gelijk gesteld. Tevens is BPF GIL veroordeeld in de kosten van de procedure, inclusief de kosten van het deskundigenbericht, die in totaal € 47.908,92 bedragen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.