Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juli 2013 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie met betrekking tot de herinvesteringsreserve van belanghebbende, een BV. De rechtbank oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aankoop van onroerende zaken in 2011 een voortzetting was van een eerdere, niet geslaagde aankoop in 2008. De inspecteur van de Belastingdienst had de herinvesteringsreserve van € 1.057.842 terecht in de winst van 2009 opgenomen. De rechtbank stelde vast dat na de ontbinding van de koopovereenkomst op 2 december 2008, er geen zicht was op een nieuwe aankoop van het pand en dat de onderhandelingen in 2009 niet meer plaatsvonden. De rechtbank concludeerde dat de aankoop in 2011 losstond van de eerdere mislukte aankoop en dat de inspecteur de herinvesteringsreserve terecht had opgenomen in de winst.