Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 944;
- gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 aan deze vergoedt.
2.Gronden
- Voor het indienen van de bezwaarschriften is 1 punt toegekend, met een waarde per punt van € 218 en een wegingsfactor 1.
- Voor het bijwonen van de hoorzitting is 1 punt toegekend, met een waarde per punt van € 218 en een wegingsfactor 1. Omdat tijdens de hoorzitting zeven objecten zijn behandeld en de waarde van drie van die objecten bij uitspraak op bezwaar is verlaagd, heeft de heffingsambtenaar belanghebbende 1/3e deel van € 218 aan vergoeding toegekend, te weten € 72,66.
- Voor het taxatierapport is uitgegaan van een tijdsbesteding van vier uur tegen een tarief inclusief omzetbelasting van € 50 per uur, derhalve in totaal € 200.
- in de bezwaarschriften van deze gemachtigde standaard wordt verzocht om te worden gehoord;
- de gemachtigde tijdens de hoorzitting geen nieuwe inzichten naar voren heeft gebracht die hebben geleid tot een lagere waarde dan de reeds in de concept-uitspraak vermelde verlaagde waarde;
- de behandeling van de onderhavige zaak tijdens de hoorzitting slechts enkele minuten heeft geduurd;
- geen hoorzitting hoefde plaats te vinden nu het beroep niet is gericht tegen de bij uitspraak vastgestelde waarde, terwijl die waarde niet lager is dan de waarde die was vermeld in de conceptuitspraak die voorafgaand aan het hoorgesprek is toegezonden.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;