Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
premium” van € 237.192.000 (hierna: agio). Voorts staat in de notulen van de AvA vermeld dat de voor de kapitaalsuitbreiding en agio benodigde financiering van € 237.302.000 ter beschikking is gesteld door belanghebbende. De op dat moment enig aandeelhouder, [E], heeft daarbij te kennen gegeven dat hij niet wenst in te schrijven op de nieuw uit te geven aandelen.
“The Borrower has requested a bridge loan facility from the lender for the purpose of subscription of new shares in the Italian based company [F SpA]”.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
premium” van € 237.192.000 heeft plaatsgevonden, waartoe de AvA van [F SpA] op die dag heeft besloten. Deze storting op aandelen is volledig gefinancierd door belanghebbende. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat belanghebbende een bedrag van € 237.302.000 ter beschikking stelt aan een vennootschap die zo kort daarvoor door een ander is opgericht zonder dat zij daarin zelf een belang had. Daarbij komt dat het bedrag van de storting op de nieuwe aandelen in sterke mate overeen komt met het totale bedrag dat voor de verwerving van de aandelen [C SpA] is betaald, te weten € 237.598.636. Hieraan doet niet af dat een deel van die aandelen rechtstreeks door belanghebbende zelf is gekocht, aangezien daartoe ter zitting is verklaard dat dat uitsluitend het gevolg was van tijdgebrek. De intentie was namelijk dat [F SpA] alle aandelen [C SpA] zou kopen.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: