ECLI:NL:RBZUT:2012:BY0008

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
133690 KGRK 12-569
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek door verdachte in strafzaak met parketnummer 06-950083-11

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 12 oktober 2012 een wrakingsverzoek van de verdachte, wonende te Zwolle, behandeld. Het verzoek tot wraking was gericht tegen alle rechters en plaatsvervangende rechters binnen de rechtbank Zutphen in de strafzaak met parketnummer 06-950083-11. De rechtbank heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat een wrakingsverzoek specifiek moet zijn gericht op een met name genoemde rechter en onderbouwd moet worden met concrete argumenten die betrekking hebben op die rechter. De verzoeker was niet verschenen op de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, ondanks dat hij op 11 oktober 2012 een uitnodiging had ontvangen via e-mail en voicemail. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker voldoende in de gelegenheid was gesteld om te worden gehoord en dat zijn afwezigheid mogelijk een afzien van zijn recht om te worden gehoord inhield. De rechtbank benadrukte dat het wrakingsmiddel niet kan worden toegepast op een algemene basis tegen alle rechters, maar dat het moet zijn gebaseerd op specifieke feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van een individuele rechter in twijfel trekken. Aangezien het verzoek niet voldeed aan deze eisen, werd het niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige wrakingskamer
Rekestnummer: 133690 KGRK 12-569
Beslissing van 12 oktober 2012 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te Zwolle,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
alle rechters en plaatsvervangende rechters binnen de rechtbank Zutphen, waaronder alle leden en plaatsvervangende leden van de meervoudige strafkamer in de strafzaak bij deze rechtbank bekend onder parketnummer 06950083-11.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot wraking d.d. 9 oktober 2012, op 10 oktober 2012 ingekomen bij de griffie van deze rechtbank;
- de schriftelijke reactie van de leden van de behandelende meervoudige strafkamer, waarin zij aangeven niet in de wraking te berusten en geen behoefte hebben om te worden gehoord;
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting van
12 oktober 2012. Verzoeker is niet verschenen.
2. De beoordeling
2.1 Verzoeker is niet verschenen op de mondelinge behandeling van 12 oktober 2012.
Aan verzoeker is op 11 oktober 2012 een uitnodiging per e-mail gestuurd naar het e-mailadres dat verzoeker een half uur voor het verzenden van de uitnodiging heeft gebruikt om een rechter van deze rechtbank te berichten. Tevens is op 11 oktober 2012 door de secretaris van de wrakingskamer de uitnodiging ingesproken op de voicemail van verzoeker, na herhaalde pogingen tot telefonisch contact. Naar het oordeel van de rechtbank is verzoeker hiermee voldoende in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Uitgangspunt hierbij is dat het verzoek om wraking zo spoedig mogelijk wordt behandeld terwijl bovendien het gerecht zo spoedig mogelijk een beslissing moet nemen. In zijn wrakingsverzoek schrijft verzoeker dat hij voor de rest van de maand oktober in studieretraite is en binnenkort in toewijzende zin op zijn verzoek hoopt te vernemen. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat verzoeker heeft afgezien van zijn recht om te worden gehoord. Voor zover dit niet zo is en deze mededeling moet worden gezien als een opgave van verhindering, is de rechtbank van oordeel dat – gelet op voormeld uitgangspunt – met die verhindering geen rekening kan worden gehouden.
2.2 Ingevolge artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
2.3 Uit de aard en het doel van het wrakingsmiddel volgt dat een wraking betrekking moet hebben op een met name genoemde rechter. Een verzoek om wraking dient dan ook te worden onderbouwd met concrete, op de betrokken rechter toegespitste argumenten. Verzoeker voert in zijn wrakingsverzoek een veelheid aan feiten en omstandigheden aan, op grond waarvan hij de rechters en plaatsvervangende rechters binnen de rechtbank Zutphen wraakt, waaronder alle leden en plaatsvervangende leden van de meervoudige strafkamer in de strafzaak bij deze rechtbank bekend onder parketnummer 06950083-11. De rechtbank stelt vast dat voor zover er feiten of omstandigheden met betrekking tot een concrete rechter van deze rechtbank uit te halen zijn, dit geen rechter betreft die zitting heeft in de behandelende meervoudige strafkamer. Het verzoek voldoet aldus niet aan voormelde eisen en valt dan ook niet te duiden als een wrakingsverzoek. Daarom zal verzoeker in zijn verzoek niet ontvankelijk worden verklaard.
3. De beslissing
De rechtbank:
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van alle rechters en plaatsvervangende rechters binnen de rechtbank Zutphen, waaronder alle leden en plaatsvervangende leden van de meervoudige strafkamer in de strafzaak bij deze rechtbank bekend onder parketnummer 06950083-11.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.C. Haasnoot, voorzitter, mrs. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en P.F.A. Bierbooms, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2012 in aanwezigheid van mr. M.S. Bos griffier.