ECLI:NL:RBZUT:2012:BX9436
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bouwvergunning voor mobiele telecommunicatiemast in Aalten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 augustus 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een bouwvergunning voor het plaatsen van een mast ten behoeve van mobiele telecommunicatie door de burgemeester en wethouders van Aalten. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. R. Lagerweij van Stichting Achmea Rechtsbijstand, betoogde dat de mast niet voldeed aan het gemeentelijk antennebeleid en dat er onvoldoende alternatieve locaties waren onderzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het plaatsen van de mast niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan, maar dat op basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ontheffing kan worden verleend in bijzondere omstandigheden.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres tegen de locatie van de mast beoordeeld en geconcludeerd dat de gemeente afdoende heeft aangetoond dat er geen mogelijkheden voor site-sharing zijn en dat de gekozen locatie landschappelijk aanvaardbaar is. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de locatie niet in een open ruimte ligt, maar aan de rand van een bosstrook, en dat er geen significante natuurwaarden worden aangetast. De rechtbank heeft de verleende ontheffing en bouwvergunning als rechtmatig beoordeeld en het beroep van de eiseres ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het gemeentelijk beleid en de noodzaak om in bijzondere gevallen af te wijken van het uitgangspunt dat er geen nieuwe masten mogen worden opgericht in het blauwgroen raamwerk. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente voldoende gemotiveerd heeft dat in dit geval sprake is van bijzondere omstandigheden die de ontheffing rechtvaardigen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken, waarbij de rechtbank geen aanleiding zag voor een veroordeling in de proceskosten.