ECLI:NL:RBZUT:2011:BU1402
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit deeltijd WW en belanghebbendheid van de werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 26 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Naam B.V.] en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiseres, [Naam B.V.], had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om verlenging van de deeltijd werkloosheidswetuitkering (deeltijd WW) voor drie van haar werknemers. De verweerder had in een besluit van 20 april 2011 het bezwaar ongegrond verklaard, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 29 september 2011 is de zaak behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. D.M.C. Kooijman, en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. R.A. van de Berk.
De rechtbank heeft overwogen dat volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen belanghebbenden bezwaar kunnen maken en beroep kunnen instellen. De rechtbank concludeert dat de werkgever, in dit geval eiseres, geen rechtstreeks belang heeft bij de vaststelling van de duur van de werkloosheidsuitkeringen van haar werknemers. Dit betekent dat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van de Awb. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak die deze conclusie ondersteunt.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. Tevens is de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 874,00, en is bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 302,00 door de verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. E.J.J.M. Weyers en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.