ECLI:NL:RBZUT:2011:BR4833
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op gezag van gewijsde in civiele procedure met betrekking tot onbetaalde facturen
In deze civiele procedure vorderden de eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, betaling van onbetaalde facturen van in totaal € 61.521,38 van de gedaagde, die als bestuurder van een in oprichting zijnde vennootschap fungeerde. De rechtbank Zutphen oordeelde dat de vordering van eisers stuitte op het gezag van gewijsde van een eerder vonnis van 15 september 2010, waarin de rechtbank had vastgesteld dat de rechtsbetrekking tussen eisers en de gefailleerde vennootschap Recreavizi B.V. was. De rechtbank concludeerde dat de huidige vordering betrekking had op dezelfde rechtsbetrekking als in de eerdere procedure, waardoor de vordering van eisers niet ontvankelijk was. De rechtbank overwoog dat de stellingen van eisers in deze procedure niet konden leiden tot toewijzing van de vordering, omdat deze stellingen uitgingen van een andere rechtsbetrekking dan die in het eerdere vonnis was vastgesteld. De rechtbank wees de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagde, die op € 2.376,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door mr. T.I. Spoor op 27 juli 2011.