ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ7514
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen verbouw en uitbreiding van een bankgebouw in Hattem
Op 8 juni 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, een inwoner van Hattem, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hattem, dat op 14 december 2010 een ontheffing van het bestemmingsplan en een bouwvergunning had verleend voor de gedeeltelijke uitbreiding en verandering van een bankgebouw aan de Markt 3 en 5 te Hattem. Het bouwplan omvatte de transformatie van het bankgebouw naar een winkel en horecagelegenheid, met de toevoeging van zes appartementen op de bovenverdieping. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bouw op 2 januari 2011 was aangevangen en dat het bouwplan voor een groot deel was gerealiseerd.
Tijdens de zitting op 25 mei 2011, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, werd het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker stelde dat de bouw moest worden stilgelegd, omdat hij meende dat er geen spoedeisend belang was voor de voortzetting van de werkzaamheden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker niet eerder om een voorlopige voorziening had verzocht, terwijl het bouwproject al in uitvoering was. De rechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat er geen spoedeisend belang was en het besluit van de gemeente waarschijnlijk in stand zou blijven in de bodemprocedure.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach-de Wit en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.