RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Uitspraak in het geding tussen:
[eisers]
te [plaats],
eisers,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst
de burgemeester van de gemeente Voorst
verweerders.
De Stichting Flevo-festival
te Driebergen-Rijsenburg,
het dagelijks bestuur van de Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV)
te Arnhem,
derde-partijen.
Bij besluit van 25 juni 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Voorst aan Recreatiegemeenschap Veluwe (hierna: RGV) een gedoogbeschikking
verleend voor het houden van evenementen op het dagrecreatiegebied Bussloo totdat de
vergunning krachtens de Wet milieubeheer van kracht is geworden (hierna: gedoogbesluit).
Bij besluit van 31 juli 2009 heeft de burgemeester aan Stichting Flevo-festival op grond van artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) een vergunning verleend voor het houden van een evenement, te weten het "Xnoizz Flevo Festival 2009" in de periode van 20 augustus 2009 vanaf 14.00 uur tot zondag 23 augustus 2009, 14.00 uur. Bij dit besluit is door de burgemeester tevens ontheffing verleend van de Zondagswet en is door het college van burgemeester en wethouders verder ontheffing verleend voor het plaatsen en in gebruik nemen van diverse tenten en is nog een aantal andere maatregelen ten behoeve van het festival getroffen (hierna: evenementenvergunning).
Eisers hebben bij brieven van 23 juli 2009 en 11 augustus 2009 tegen beide besluiten bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 18 september 2009 (hierna: het bestreden besluit) hebben verweerders het bezwaar van 23 juli 2009 niet-ontvankelijk verklaard, het bezwaar van 11 augustus 2009, voor zover gericht tegen het gedoogbesluit, niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar van 11 augustus 2009, voor zover gericht tegen de evenementenvergunning, ongegrond verklaard.
Namens eisers heeft mr. J.H. Kerver, werkzaam bij Stichting Univé Rechtshulp beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden. Mr. J. Dijkstra heeft als gemachtigde van eisers de verdere behandeling overgenomen.
Het beroep is, gevoegd met de procedure, reg.nr. 10/1196, behandeld ter zitting van 26 mei 2011, waar eisers met voorafgaande kennisgeving niet zijn verschenen. Verweerders hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. ing. R. van der Plank en C. Morren. [namens derde-partijen]. Na de behandeling ter zitting zijn de gedingen weer gesplitst en zal in elke procedure afzonderlijk uitspraak worden gedaan.
2.1 Verweerder stelt zich ten aanzien van het gedoogbesluit primair op het standpunt dat niet de rechtbank maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) bevoegd is.
In aanmerking genomen dat het gedoogbesluit is genomen vooruitlopend op een milieuvergunning krachtens de Wet Milieubeheer, is dit standpunt van verweerder juist. De rechtbank is in zoverre derhalve onbevoegd van het beroep kennis te nemen. De rechtbank ziet er om redenen van proceseconomie van af het beroepschrift op de voet van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht aan de Afdeling door te zenden, nu het gedoogbesluit zijn werking inmiddels heeft verloren door het verlenen van een milieuvergunning op 6 april 2010, en - na de vernietiging van deze milieuvergunning - door het afgeven van een nieuwe gedoogbeschikking.
2.2 In zoverre het beroep van eisers zich richt tegen de verleende evenementen-vergunning ziet de rechtbank, gegeven het feit dat het "Xnoizz Flevo Festival 2009" reeds heeft plaatsgevonden, aanleiding allereerst te bezien of eisers nog procesbelang hebben bij een inhoudelijk oordeel met betrekking tot dit onderdeel van hun beroep. Voor zover het beroep er op gericht is dat dit evenement geen doorgang zou vinden, kan dit beroep immers geen doel meer treffen.
Bij schrijven van 7 april 2011 is namens eisers desgevraagd verklaard dat het procesbelang is gelegen in de omstandigheid dat het Xnoizz Flevo Festival een jaarlijks terugkerend festival is en het aannemelijk is dat in de toekomst opnieuw een aanvraag bij de gemeente zal worden ingediend, zodat een soortgelijk geschil zich tussen partijen in de toekomst kan voordoen. Voorts hebben eisers een procesbelang bij hun verzoek om schadevergoeding betreffende de kosten van verblijf elders gedurende het evenement, aldus eisers.
2.3 De rechtbank is ambtshalve bekend met het feit dat het evenement Xnoizz Flevo Festival ook voor het jaar 2010 reeds heeft plaatsgevonden. Gelet hierop zou een oordeel van de rechtbank omtrent de in 2009 verleende vergunning nog slechts van belang zou kunnen zijn voor het in 2011 en eventueel daaropvolgende jaren geplande festival.
Mede gelet op het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank evenwel vast dat aan de vergunningverlening voor het jaar 2011 - mede als gevolg van de inmiddels vernietigde milieuvergunning en de daarna verleende nieuwe gedoogbeschikking - afwijkende voorschriften zijn verbonden. In die zin is een oordeel van de rechtbank omtrent de vergunningverlening voor het jaar 2009 niet van betekenis voor de vergunningverlening voor het jaar 2011 en daaropvolgende jaren. De rechtbank laat dan nog daar dat eisers tegen de vergunningverlening voor het jaar 2011 inmiddels zelfstandige rechtsmiddelen hebben aangewend. In zoverre kan aan de vergunningverlening voor het jaar 2009 met het oog op toekomstige festivals geen procesbelang worden ontleend.
2.4 Ten slotte acht de rechtbank een procesbelang evenmin gelegen in de door eisers geclaimde schade in verband met de verleende evenementenvergunning. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat geen causaal verband aanwezig is tussen de door eisers geclaimde schade, bestaande uit de kosten van een vierdaagse reis naar Kreta, en de bestreden evenementenvergunning.
2.5 Gelet op het voorgaande zal het beroep, voor zover gericht tegen de verleende evenementenvergunning, bij gebrek aan procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.6 De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
- verklaart zich onbevoegd inzake het beroep, voor zover gericht tegen het gedoogbesluit van 25 juni 2009;
- verklaart het beroep voor het overige niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J.J.M. Weyers, voorzitter, en mr. drs. J.H. van Breda en mr. S.E.M. Lichtenberg, leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2011.