ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ6635

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/1196 WRO
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen gebruik recreatieterrein voor festival door gebrek aan zienswijze

In deze zaak heeft de Vereniging Algemeen Belang Wilp-Achterhoek beroep ingesteld tegen het gebruik van het recreatieterrein Bussloo voor het X-Noizz Flevo Festival. De rechtbank Zutphen heeft op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen zienswijze had ingediend tegen het ontwerpbesluit, wat volgens de wet vereist is om in beroep te kunnen gaan. De eiseres had aangevoerd dat haar dit niet kon worden verweten, omdat zij in gesprek was met de gemeente over de ontwikkelingen op het terrein en veronderstelde dat de ontheffing alleen voor het jaar 2010 gold. De rechtbank oordeelde echter dat de publicatie van het ontwerpbesluit op 15 april 2010 op de juiste wijze had plaatsgevonden en dat eiseres op de hoogte was van de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die rechtvaardigden dat eiseres geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet indienen van zienswijzen. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nr.: 10/1196 WRO
Uitspraak in het geding tussen:
de Vereniging Algemeen Belang Wilp-Achterhoek
te Wilp,
eiseres,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst
verweerder.
Het dagelijks bestuur van de Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV) te Arnhem;
de Stichting Flevo-festival te Driebergen-Rijsenburg,
derde-belanghebbenden.
1. Procesverloop
Bij besluit van 9 juni 2010 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder ontheffing verleend van het bestemmingsplan “Recreatiegebied Bussloo 1985” ten behoeve van het gebruik als kampeerterrein van een deel van recreatieterrein Bussloo voor het X-Noizz Flevo Festival (of diens rechtsopvolger) voor maximaal vijftien aaneengesloten dagen per kalenderjaar
Eiseres heeft bij brief van 18 juli 2010 beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden.
Het beroep is, gevoegd met de procedure, reg.nr. 09/1650, behandeld ter zitting van 26 mei 2011, waar voor eiseres zijn verschenen ir. G. Oolman en [naam 1]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. ing. R. van der Plank en [naam 2]. Namens RGV zijn verschenen [naam 3] en [naam 4]. Namens de Stichting Flevo-festival is verschenen [naam 5]. Na de behandeling ter zitting zijn de gedingen weer gesplitst en zal in elke procedure afzonderlijk uitspraak worden gedaan.
2. Overwegingen
2.1 Op 18 november 2009 heeft de Stichting Flevo-festival, voor zover hier relevant, een verzoek bij verweerder ingediend om een ontheffing te verlenen op basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor het X-noizz Flevo Festival 2010 op het recreatieterrein Bussloo te Twello.
Verweerder heeft de aanvraag in behandeling genomen en daarop de procedure volgens artikel 3.23 Wro en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gevolgd.
Op 15 april 2010 is het ontwerpbesluit tot ontheffing van het geldende bestemmingsplan op grond van artikel 3.23 Wro, voor het gebruik als kampeerterrein van een deel van recreatieterrein Bussloo ten behoeve van het X-noizz Festival (of diens rechtsopvolger) voor maximaal vijftien aaneengesloten dagen per kalenderjaar, gepubliceerd (hierna: het ontwerpbesluit).
Gedurende de periode van terinzagelegging zijn geen zienswijzen ingediend.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder overeenkomstig het ontwerpbesluit ontheffing verleend.
2.2 Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep inhoudelijk niet voor behandeling in aanmerking komt. Daarbij is overwogen dat tegen het ontwerp van het besluit geen zienswijzen naar voren zijn gebracht en dat alleen belanghebbenden die redelijkerwijs niet kunnen worden verweten dat zij geen zienswijze naar voren hebben gebracht, beroep kunnen instellen.
2.3 Artikel 6:13 van de Awb bepaalt dat geen beroep bij de administratieve rechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht, geen bezwaar heeft gemaakt of geen administratief beroep heeft ingesteld.
2.4 Eiseres heeft in beroep erkend dat zij geen zienswijze heeft ingediend, maar aangevoerd dat haar dit redelijkerwijs niet kan worden verweten. In dat verband is vermeld dat eiseres al jaren in gesprek is met de gemeente over de ontwikkelingen op het recreatieterrein Bussloo en in het bijzonder over de vergunningverlening en overlast van evenementen, waaronder het meerdaagse X-Noizz Flevo Festival. Tegen de gemaakte afspraak in heeft verweerder volgens eiseres verzuimd om eiseres een (ontwerp) besluit toe te sturen. Hoewel eiseres de op 15 april 2010 gepubliceerde ontheffing heeft gezien, verkeerde zij in de veronderstelling dat de uitsluitend betrekking had op het kalenderjaar 2010, temeer omdat de ontheffing was aangevraagd voor het jaar 2010. Pas na het inwinnen van informatie bij de juridische afdeling van de gemeente werd duidelijk dat de ontheffing betrekking had op meerdere, toekomstige jaren. Volgens eiseres was de publicatie derhalve niet zodanig duidelijk geformuleerd dat haar redelijkerwijs verweten kan worden dat zij geen zienswijzen heeft ingediend. Ten slotte heeft eiseres betoogd dat er voorts zienswijzen zijn ingediend, weliswaar niet in het kader van het ontwerpbesluit, maar wel gericht tegen het gebruik van het recreatiegebied als kampeerterrein, zodat deze bezwaren bij verweerder bekend verondersteld mochten worden.
2.5 Niet in geschil is dat eiseres geen zienswijzen naar voren heeft gebracht tegen het ontwerpbesluit. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan dit redelijkerwijs niet aan eiseres kan worden verweten.
In dat verband overweegt de rechtbank dat niet in geschil is dat met de publicatie van het ontwerpbesluit op 15 april 2010, waarvan eiseres op de hoogte was, op juiste wijze melding is gemaakt van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit en van de mogelijkheid om zienswijzen naar voren te brengen. Voorts is niet gebleken van een afspraak met verweerder betreffende toezending van (ontwerp-)besluiten aan eiseres. Noch de omstandigheid dat eiseres de inhoud en omvang van het ontwerpbesluit onvoldoende heeft onderkend, noch de stelling van eiseres - wat daar overigens ook van zij - dat verweerder uit anderen hoofde bekend was met haar bezwaren tegen het gebruik van het recreatiegebied als kampeerterrein, geeft aanleiding voor het oordeel dat eiseres redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt dat zij geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit heeft ingediend.
2.6 Gelet op het voorgaande dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J.J.M. Weyers, voorzitter, mr. drs. J.H. van Breda en mr. S.E.M. Lichtenberg, leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2011.